661 monden in oorlogstijd eene beperkte taak opgedragen, waaraan met een beperkte hoeveelheid munitie kan worden voldaan, voor andere vuurmonden is die taak onbeperkt zoodat voor deze vuur monden op een groote munitie-hoeveelheid gerekend moet wor den, terwijl de aanvulling dier munitie in oorlogstijd verzekerd moet zijn, dooi aanmaak als anderszins, daar die vuurmonden anders door gebrek aan munitie hun taak niet zullen kunnen vervullen. Aanmaak van munitie nu, zal waar men over beperkte hulp middelen kan beschikken slechte afdoend mogelijk zijn, als deze aanmaak zich tot enkele soorten kan bepalen. Ook voor groote legers, in staat op groote schaal aan de munitie-voorziening tegemoet te komen, is het van groot belang in de munitie-uitrusting eenvoud en zooveel mogelijk eenvor migheid te betrachten. Geldt het vorenstaande al in algemeenen zin voor Vesting als voor Veld-artillerie, voor Veld-artillerie is eenvoud en een vormigheid een klemmende eisch wil men in staat zijn uit iedere munitie-colonne ia verband met het plaatselijk munitie- verbruik den voorraad te kunnen aanvullen. Tot welke cijfers dat plaatselijk gebruik kan oploopen geeft het volgende staatje aan: Munitie-verbruik in Oost-Azië. x) Vandaar dan ook allerwege een streven naar eenvormigheid der te bezigen munitie ter vereenvoudiging van de munitie-aan vulling, een zoeken naar een eenheidsprojectiel in staat alle te velde voorkomende doelen te bestrijden. De keuze van de projectiel-soort hangt af van de doelen, welke men zich voorstelt er mede te bestrijden. 14 Juni 1 Juli 24 3031 Aug. 14 Sept. 10-14 1904 Wafangau. s Janselinpas. Taschikiao. Liao-yang. Schaho. 3 batt. 1016 schoten. 10000 340 per dag per batt. 12Ü2 D D 1992 D 2500 250 D 530 1Schw. Zeitschr. Art. u. G-eniewesens.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 145