664 De overblijvende ruimte in het projectiel wordt ingenomen door een rookgevend mengsel, bestaande uit phosphorus en parafine J). De ontsteking van dit mengsel geschiedt door de vlam van het ontploffende pikrinezuur. Gedurende langen tijd werden de brisantladingen ontstoken door pijpjes gevuld met slagkwik; hiervan werd uit een veilig, heidsoogpunt afgezien en wordt de lading tot ontsteking gebracht door los aangedrukt poedervormig nitroglycerine kruit, met een aanvuurdop in een messingen buisje, geplaatst in een uitholling boven in de pikrinezuurlading. Boven de aanvuurdop komt de schokbuis, waarmede het pro jectiel gewapend is. Het ontsteken van de lading en het detoneeren van het pro jectiel speelt zich in zulk een korten tijd af, dat bij aanslagen van de B. G. op harden bodem en bij kleinen invalshoek het projectiel in den aanslag springt, in tegenstelling van gewone granaten, welke na den aanslag opspringen en eerst 1 a 2 M. verder in den tweeden boog springen. Bij het doorschieten van schilden springt de B. G. op minder dan 0,5 M. achter het schild, waardoor de bedieningsmanschappen buiten gevecht gesteld worden. Echter voor het verkrijgen van B. G. treffers op schilden, moet men deze kunnen zien. Strooien met B. G. tegen gedekt opgestelde schildbatterijen staat gelijk aan munitie-verspilling! De Granaatkartets is een stalen kamergranaatkartets met tijdschokbuis van aluminium De verbinding tusschen deze buis en de kamer wordt gevormd door een messingen koker gevuld met holle buskruitcylinders, welke in het gewicht van de kamer lading begrepen zijn. Ten einde bij G. K. vuur een groote dieptewerking te ver krijgen moet de bus in het springpunt heel blijven, zoodat de vulkogels door de kamerlading verder geschoten worden. Aan dezen eisch is te voldoen door bijzondere staalsoorten te bezigen, waardoor echter het projectiel duur wordt. Een rookgevend mengsel is bij B. G. bi paald noodig, omdat de ontploftingsproducten van verscheidene brisante springmiddelen geen voldoende rookwolk verspreiden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 148