- 682 van den rechtervleugel het aanvalspunt, de rechter en derde dwaalden af en kwamen te laat, de vierde had een nevenop dracht te vervullen. Daardoor mislukte de aanval, wat den Turken 38 officieren en 20 minderen kostte. Yan verre zichtbare bergtoppen, en alleenstaande toppen zijn echter voor nachtelijke aanvallen gunstig. Het terrein met hare vele ravijnen en ruggen vergemakke lijkt bij dag de nadering van het werk, zoodat men bij ons kli maat meer te vreezen heeft voor eene nadering bij helderen maneschijn en eene bestorming bij den daarop volgenden mis- tigen morgen. Over den stormaanval zegt Luit. Kol. Njeznamof, dat deze immer afgeslagen kan worden al zou de verdediger den aanval ler eerst op een afstand van 100 pas bemerken, tenzij a. de verdediger geschokt is. b. de verdediger omringd is van alle zijden. c. de aanval onverhoeds is. Taak der Artillerie. Op eenige wersten van den vijand, zegt kapitein Solowjef, van hem door bergen gescheiden, beginnen reeds de verliezen. Voordat het troependeel in den strijd komt, d.w.z, het vuur opent en de hoogten ziet, vanwaar het beschoten wordt, zal het reeds materieel en moreel geschokt zijn. Soms moet men on der dit vuur eenige uren verblijven en dientengevolge treedt vermoeinis, moreel en physiek, reeds lang vóór de werkelijke deelneming aan den strijd in. Aan de grens van de spheer van het artillerievuur gaat de aanvaller over van den marsch- in den gevechtsvorm. In berg- terrein kent hij geen overgangsvormen en gaat hij van de marsch- formatie over in de verspreide orde. Colonneformaties zijn voor hem gevaarlijk, omdat heuvels niet altijd dekking geven tegen vijandelijk infanterievuur, terwijl granaatkartetsen er overheen gaan. Voordat de aanvaller dus zijn marschformatie verbreekt, dus op de groote wegen, moet de Artillerie van den verdedigen hem onder vuur nemen. „Das Aufhalten und Erkennen des G-egners

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 166