708
Een en ander bracht Ehrhardt er toe het projectiel van Essen
te wijzigen in een projectiel als door ons beschreven op blz.
816 e.v. I. M. T. 1906, Plaat XXV ij-
In hoofdzaak is tegen dat projectiel nog hetzelfde aan te
voeren, al werd het technische bezwaar weggenomen. Tegen
de uitkomsten der schietproeven met dit projectiel gehouden
voert men het volgende aan 2).
Het projectiel heeft 200 vulkogels van 9 G, en 105 van 12
G., totaal 47 van het projectielgewicht. Bij het meten
van den spreidingshoek bij treffen dus S,, telde men 320 tref
fers, waaronder geen afkomstig van groote scherven, in staat
schade aan het materieel toe te brengen, terwijl het aantal
treffers van kleine scherven met het oog op het aantal treffers
ook slechts gering kan zijn.
De tophoek van den spreidingskegel der springstukken bij S.
bedroeg 60°, voor de kern 20°.
De verspreidingshoek der projectieldeelen bij T. was 15 a 16°
voor het binnenste meer compacte deel van den kegel, doch
40° voor de uiterste banen.
Ook dit projectiel scheen nog niet aan de verwachtingen te
voldoen, ten minste Ehrhardt construeerde een derde projectiel
„strooiprojectiel" genaamd (Fig. II plaat XX s).
Het projectiel bestaat uit een bus als van een G.K. welke
bus eene brisantlading met rookontwikkelaar en stalen seg
menten bevat. De kamerlading ligt ongeveer op het midden van
de lengteas van het projectiel en drijft door een er voor liggen-
den spiegel de voorwaarts gelegen deelen uit, terwijl de bus
tevens stuk geslagen en in goede fragmenten verdeeld wordt.
Langdurige schiet- eu transportproeven gaven bevredigende
resultaten.
De G.K. werking van het eenheidsprojectiel zou door deze
constructie verbeterd zijn.
Het projectiel bevat 230 stalen segmenten tot een totaal ge
wicht van 2,5 K.G. dus 38 van het projectielgewicht. De
rookontwikkelaar vergemakkelijkt het waarnemen der schoten.
1) Krieg&teclmische Zeitung 1905 blz. 209 Schrapnell und Schutzschild.
2) Int. Revue 1906, Suppl. 8 5, blz. 109.
Kriegst. Zeitung 1905, blz. 164.