0FFÏCIERSBEL4NGEX. De geest van een Leger zetelt in zijne officierenin legers, die iets grootsch tot stand brachten, werd het officierskorps be zield door een voortreffelijken geest. De Staat stelt hooge eischen aan zijne officieren. Oppervlakkig beschouwd, zal dit misschien menigeen, die buiten het Leger staat, vreemd in de ooren klinken en zal hij moeite hebben om te gelooven, dat het mij waarlijk volle ernst is, wanneer ik her haal, dat aan het korps officieren hooge, zelfs buitengewoon hooge eischen worden gesteld. Toen ik pas den wapenrok had aangetrokken, kreeg ik onder richt van een luitenant-adjudant, een merkwaardig type in het Hollandsche Leger. De man drukte zich vaak hoogst eigenaardig uit, maar sloeg spijkers met koppen. Een zijner veel gebezigde spreekwijzen, die mij om hare kernachtige kortheid en juiste vol gorde frappeerde, was: moreel physiek intellect. Hij noemde ze de drie factoren, die in den oorlog het groote pleit beslechten. Is het een eisch, dat alle drie in eiken soldaat aanwezig moeten zijn, die eisch is zooveel meer gebiedend waar het geldt de offi cieren, die als leiders en aanvoerders, als ware meerderen boven de minderen gesteld zijn. Naast een ferme dosis' gezond verstand, dat gesteld moet worden boven boekengeleerdheid, die maar al te vaak voor algemeene ontwikkeling wordt aangezien, moet de officier ten allen tijde een hoog moreel bezitten, dat gesteund wordt door een krachtig gestel en eene robuste gezondheid. Rust niet uit welbegrepen eigenbelang op den Staat de ver plichting zorg te dragen, dat dit trio in zijn Leger boog staat? Niettegenstaande eene trage promotie (de jongste hoofdofficier der Infanterie kon den majoorsrang eerst bereiken na 22 jaren kolonialen dienstniettegenstaande de zware diensten, zoowel in vredesgarnizoen als te velde, wordt van den officier geëischt, dat hij, zelfs in de tropen, tot op betrekkelijk hoogen leeftijd de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 207