726 zorgd een kalm bestaan te lijden, ware het niet, dat hij her haaldelijk getroffen werd door telkens terugkeerende rampen, die in den vorm van eindelooze overplaatsingen vooral den ge huwden officier als het zwaard van Damocles boven het hoofd hangen. Verhuizen kost bedstroo, zegt het oud-Hollandsche spreekwoord en het Gouvernement heeft er rijkelijk voor ge- dat het bedstroo in Indië indisch duur wordt. Omb.v. maar op één ding de aandacht te vestigen. Men behoeft nu juist geen bijzonder groote bibliotheek te bezitten om het 3 voudig aantal kilogrammen aan boeken mee te voeren van het totale gewicht van al het hebben en houden, dat een op marsch zijnd officier voor 's Lands rekening mag medenemen. Die 180 K.G. bagage dateert nog uit den goeden ouden tijd, toen de bibliotheek van een officier bestond uit een paar regiementjes en toen postkar- ren, reiswagens, tandoes en pikoelpaardjes de middeleeuwsche vervoermiddelen waren. Thans is die 180 K.G. een bittere spot voor den met aardsche schatten toch reeds zoo slecht bedeel den officier. Vertrouwende, vast en zeker bouwende op de bui tengewoon groote loyaliteit en royaliteit van ons zorgzame In dische Gouvernement, zijn wij er van verzekerd, dat een helder ziende, vooruitstrevende Regeering, die antiquiteit met spoed zal doen verdwijnen, met schaamte op de gebruinde kaken, dat- zulks nog niet eerder geschiedde. Maar overigens hebben we voor het oogenblik over onze gel delijke positie niet te klagen, en tevredenheid zou er heerschen onder het Indische officierskorps, ware het niet dat eene an dere oorzaak groot on diep misnoeg en verwekte. Evenals ieder, die overtuigd is goed en nuttig werk te leve ren, ook appreciatie vordert van zijn arbeid, zoo ook verlangt de officier, die zijne beste krachten en geestesgaven wijdt aan de taak, waarvoor hij geestdrift heeft opgevat, waaraan hij zijn jong leven geeft in de koloniën, verre van het moederland, verre van de genoegens, die de jeugd boeien, dat degenen, die boven hem gesteld zijn, zijn werk waardeeren en op prijs stellen, zonder grootheid en gezag te zoeken in bijtend scherpe, afbrekende kritieken, die het goede onopgemerkt laten voorbijgaan, om in den breede uit te weiden over handelingen, die in hunne oogen geen genade kunnen vinden. Neen, ons tegenwoordig régime

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 210