541
verkregen gegevens, had de detachementscommandant de plaats
en het tracé van de te maken loopgraven, in elk geval het be
loop van de lijn van weerstand, kunnen bepalen. „But the im
portance of finding out before acting was not a thing on which
the training of the British army had ever laid any stress" 1\
En zoo verviel Woodgate in dezelfde fout als Carleton den 30sten
October 1899 op den Tehrengula-heuvel.
Na een uiterst oppervlakkig onderzoek van de plaats, waar
het detachement opgemarcheerd was, kregen de genietroepen
last eene loopgraaf te maken, zonder dat men vermoedde, dat
de werkelijke rand van het bovenste gedeelte van den Spionkop
150200 M. meer noordwaarts lag, zonder dat men den ooste
lijken uitlooper met den Aloë-heuvel kende. Men rekende erop,
dat de flauwe helling van het gedeelte, waar men zich bevond,
zich geleidelijk, zonder doode hoeken, tot aan den voet van den
kop zou voortzetten. De loopgraaf kreeg eene lengte van nog
geen 200 M. en maakte front naar de zijde, waar Woodgate den
vijand vermoedde, nl. naar het noorden. Aan het linkeruiteinde
sloot zich eene ingraving, ter lengte van Hr 100 M., met het
front naar het noordwesten aan. Het rechteruiteinde was slechts
voor een klein gedeelte omgebogen; verder had men hier eenige
afzonderlijke dekkingen van opeengestapelde steenen gemaakt,
die elkander naar rechts, d. i. naar het oosten overvleugelden
Niemand vermoedde, dat het schootsveld nergens grooter dan
W 200 M. was en dat bovendien van den Aloë-heuvel, op nog
geen 300 M. afstand, het oostelijke gedeelte van de stelling
geënfileerd werd. Gelukkig, dat eene lichte terreingolving den
rug van het westelijke gedeelte tegen dien heuvel dekte.
Ook de uitvoering van het graafwerk zelve liet veel te wen-
schen over: de zandzakken had men „vergeten" gereedschap
pen kwam men te kort 2) en de aard van den bodem: rotsgrond
met eene dunne aardlaag erop, werkte niet mede; bovendien
waren de Engelschen niet voldoende in graafwerk geoefend 3).
1) I, blz. 251.
2) De Engelsche infanterie had haar licht pioDiergereedschap niet te velde medege
nomen; bovendien was een deel der medegevoerde gereedschappen onderweg achterge
bleven. (Zie boven).
3) Zie hiervoor ook Sir Ian Hamilton, A staff Officer's Scrap Book, blz. 175.