739
reglementen zal hiermede gepaard gaan en onze fuselier zal
uitsluitend moeten weten
lo. hoe hij zich moet opstellen,
2o. hoe zich te bewegen naar en op het gevechtsveld en
3o. hoedanig gevochten moet worden 3).
Als onderdeel van 3° neemt de schietopleiding een belangrijke
plaats in. Op zeer groote afstanden wordt het vuur reeds ge
opend op de kleine verspreide doelen, doch van de voordeelen
van het bestrijkend vuur, de snelheid en de juistheid, kan te
velde grootendeels niet worden geprofiteerd, voornamelijk door
de verkeerde plaatsing der vizieren, tengevolge van het onjuist
schatten der afstanden, waarbij nog komt, dat de schutters hunne
geweren afschieten, vóór dat deze in den aanslag worden ge
bracht, zoodat de gemiddelde helling, waaronder de geweren
worden afgevuurd, veel grooter is, dan overeen komt met het ge
bezigde vizier.
Op het gevechtsveld zijn nu eenmaal invloeden van allerlei
aard, die storend werken op een groot deel der schutters. De
schietopleiding moet rekening houden met die storingen. Het
waren juist deze fouten in den aanslag, die langdurige vuurge
vechten, zelfs op de kleinste afstanden veroorzaakten. Uren lang
vuren met repeteergeweren zonder eenige resultaat, dan moet
dit toch wel geweten worden aan de mindere schietvaardigheid
en vuurleiding en aan onbekendheid met den hedendaagschen
vuurstrijd.
Onze ftewf/eZschietmethode als ik dit zoo noemen mag dient
ook spoedig tot het verledene te behooren en moet bij onze vre-
desoefeningen rekening gehouden worden met de storingen op
het gevechtsveld. Ik vrees anders, dat onze schutters tegenover
een gelijkbewapende (overmachtige) infanterie, de hellingshoeken,
waaronder zij hunne geweren zullen afvuren nog grooter zullen
maken, dan zij dit tegen den I. V. doen.
Om slechts met een enkel woord in het kort aan te duiden,
waar wij voornamelijk bij onze schietopleiding de z.g. snel-
coördinatiemethode van den kapitein Fabius den nadruk moe
ten leggen, is in het navolgende samen te vatten:
1) Tactische beschouwingen orer infanteriereglementen door Jhr. G. A. A. Alting
van Geusau.