743 moet iedere fuselier in de toekomst zelf regelen. Ook waar nog meer vuursnelheid wordt geëischt, moet hij niet dan gerichte schoten kunnen afgeven. Omtrent den indruk van het gevecht der Japanners aan de Manderijnenstraat noord van Moekden zegt de majoor Bronsart von Schellendorf„In der Schützenlinie herrschte die gröszte Kuhe und Aufmerksamkeit. Die Leute handelten ohne Kom- mando, nur nach Winken. Die Feuerleitung lag in den Handen der Unterführer." Een andere toeschouwer zegt van den slag aan den Schaho. „Nirgends Geschrei, keine Nervösitat, kein Herumjagen von Adjutanten oder Meldereitern, kein lautes Kommando, nur Winke und flüstern des Weitersagen der Befehle! Alles spielte sich glatt und geschaftsmaszig, ruhig und sicher wie ein Uhr- werk ab." De kleine lenige Japanners zijn wel vol temperament, doch weten zich geheel te bedwingen. Hun vuursoort in het gevecht was bijna uitsluitend individueel. Volgens sommige berichtge vers werden salvo's zelden afgegeven (volgens anderen in het geheel niet) dan alleen op zeer groote afstanden of door deelen der reserve, die niet blootstonden aan het gevechtsvuui. Bij de vervolging werd eveneens salvovuur afgegeven. Meer dan vroeger, komt het in het tegenwoordige gevecht aan op gericht massavuur en de strijdwijze in aanmerking nemende, is dit vuur slechts te bereiken door een groote hoeveelheid munitie. De schutter moet met zooveel mogelijk munitie bij zich het ge- vechtsveld betreden, zonder zijn totale belasting te vermeerdei en. Met het oog op de langdurige gevechten in den laatsten oorlog was het munitieverbruik volgens de verschillende betiouwbaie opgaven toch gering. Gevallen waarbij munitiegebrek was, waren zeer zeldzaam. De weinige voorbeelden zijn zelfs te noemen o.a. verschoot de 5/24 comp. Japanners op 1 Mei 1904 in het gevecht bij Hamaton (Yaloe) tegen een groote overmacht, haren geheelen munitievoorraadin den slag bij Ljaojang 3 Sept. was ten langen leste gebrek aan munitie op den rechtervleugel van het 4e legei- korps (Nodzoe). Aan de Yaloe verschoten de Japanners gemid deld per man 60 a 80 patronen, bij Hamaton 200, bij Kintchou werd in 12 uur per geweer verschoten, door de 4e Japansche

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 227