744 divisie 143, de le divisie 62, de 3e divisie 56 en door vele an dere regimenten slechts 10 a 33 patronen. Het munitieverbruik per dag was dikwijls beneden het toege stane aantal patronen. De munitieaanvulling, hoewel nog altijd een moeilijk vraag stuk, werd bij de Japanners minder bezwaarlijk gemaakt, door de algemeene medewerking. Gewonden gaven dadelijk de muni tie aan hunne nevenlieden. Enkele personen, kleine in het terrein zich gemakkelijk bewe gende draagdieren, en lieden uit de reserve brachten de muni tie naar de vurende manschappen. Iedere man kon. 700 patronen aanbrengen. In ons indisch bergterrein zullen dergelijke draagdieren wel tot zeer korten afstand de gevechtstroepen kun nen naderen. Naar de draagdieren werden ook de patronen der gesneuvelden gebracht. Van de draagdieren werden de patronen door z.g. werksoldatenonder de vurende manschappen uitgedeeld. Hoewel door de natuurlijke gesteldheid van onzen indisohen bodem, minder dan elders, zullen wij in onzen bewegingsoorlog door de uitwerking van het hedendaagsche infanterievuur, toch nog hier en daar gebruik moeten maken van vluchtige werken bestaande uit eenvoudige aardophoopingen. Het voordeel hiervan is minder, dat zij dekking geven tegen geweer- (granaatkartets vuur, dan wel dat zij den vijand bemoeilijken zijne doelen te vinden en om behoorlijk te richten. In den laatsten oorlog werd zelfs een ruim gebruik gemaakt van deze zeer vluchtige types van aardwerken. In de gevechtslinio maakten de schutters, om den andere voor zich kleine aardhoopjes. terwijl de overigen ditzelfde deden wanneer de eersten met dien arbeid gereed waren. Zij haalden liggende den grond, die het gemakkelijkst in hun bereik lag met den schop weg en hoopten dien zoo dicht mogelijk vóór X) Deze soldaten, die een militaire opleiding genieten, doch door hot een of ander lichaamsgebrek niet geschikt worden bevonden voor den dienst als combattant, voerden alle andere d'ensten te velde uit zooals trein- bivak- magazijnwerkzaamheden op de verschillende étappes. Zij fungeerden als officiers- en paardenoppassers en ordonnansen. De gewondendragers der hospitaalcompagniëa droegen de gewonden uit de gevechts- liniën naar de verbandplaatsen middels tandoes (vervaardigd van bamboe en zeildoek, als bij ons) van hier brachten de werksoldaten hen naar de verzamelplaatsen, waar zij in de gelegenheid werden gesteld zich geheel te verfrisschen, alvorens door ohineesche koelie3 naar den spoorweg of naar de veldhospitalen te worden vervoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 228