755
In de begroeiing huizen vogels en andere dieren, die door
plotseling lawaai het paard aan 't schrikken kunnen maken.
Maar last not least, in de begroeiing huizen de meest verschil
lende, bloeddorstige ongedierten, horzels, vliegen, muskieten,
mroetoe's, ontelbare soorten, die de paarden tot in het oneindige
martelen, juist daar waar men alle moeite doet om ze rustig te
houden; ongewijfeld wordt menig paard er geïnfecteerd. Men
moet maar eenmaal een paard hebben gehad dat niet goed tegen
vliegen kan, om onze maneges recht te leeren vervloeken.
Hebt ge wel eens waargenomen, hoe die roofdieren op vaste
punten in het groen nestelen, liefst waar slechts een enkele
zonnenstraal doordringt, en van daaruit hunne uitvallen doen
telkens als het paard passeert, het dan achtervolgen, zich niet
om het zweepen met de staart bekommeren, zich vasthechten
tot het dier in vertwijfeling er van door gaat. Ge kunt dan
een uur in de manege hebben verwijld, en alleen bereikt hebben
dat uw paard die met overspannen zenuwen moet verlaten. Weg
met die schuilplaatsen en broeinesten voor ongedierte! Eiken
boom, eiken struik, elk grassprietje verwijderd, liefst rondom
de manege ook, en het lijdt geen twijfel of het aantal beesten
zal althans aanzienlijk verminderen, ook door de betere venti
latie. Waarom vind ik ze anders zoo weinig in den stal, maar
zijn de kampongs ervan vergeven?
Bekkende laag. Waar ik een zoo vast mogelijke onderlaag
bepleitte (een veerende behoort in Indië tot de utopiën) wil dit
niet zeggen, dat ik graag met mijn hoofd op de keien val of
mijn paard daarop dresseer.
Integendeel een van de voornaamste eischen is, dat in de
manege een flinke laag zand komt, en er buiten een voldoende
voorraad tot aanvulling.
Zand is uitstekend om op te rijden, het spaart de beenen en
de peezen van de paarden onder het zware werk, leert het de
beenen optillen, en is veel beter voor de hoeven dan een harde
laag; paard en ruiter kunnen zacht vallen; goed zand vormt
geen vuile modder en weinig stof, is nooit glad en vooral zand
laat het water door zonder bij een zonnetje tot een keiharde
laag te bakken. Is voor de afvloeiing gezorgd als boven om
schreven, dan kan men er verzekerd van zijn ook in den