759 wanneer men de lijnen buiten den cirkel doortrekt tot een totale lengte van 40 M. Beter is dan de cirkel te nemen ter grootte van den „cirkelrand" bij de Yest. Art. in gebruik, hierdoor ver krijgt men gemakkelijk de verdeelingen in °/00- Voldoende bruik baar is echter een straal van 20 c.M. en de lijnen binnen den cirkel-omtrek te nemen. Bij groote afwijkingen, zullen de lijnen elkaar in den regel toch buiten het papier snijden, zoodat gedeeld moet worden, terwijl op korte afstanden buiten den cirkel het snijpunt van de verlengde lijnen nog gemakkelijk gevonden kan worden. Bij het gebruik nam ik steeds als regel aan dat de opgave van den L. zijpost het eerst gemeld werd, ik hield dan een liniaal (dubb. decimater) in mijn linkerhand en legde deze langs de lijn welke links van de schootsrichting lag, terwijl ik met een potlood in mijn rechterhand de andere lijn volgde tot ik het snijpunt met de liniaal vond. Viel dit punt buiten den ciikel dan was dit in den regel geen bezwaar. De schaal van 5 mM. 1 %o vind ik in de practijk zeer goed bruikbaar, de lijnen liggen dan nog voldoende ver uit eikaar- Men kan hierbij tot grootere afwijkingen voor de posten gaan, zonder te moeten deelen, dan bij een schaal van 10 mM. 1 %o' De deeling. Het eenvoudigst is bij grootere afwijkingen steeds door 5 te deelen en dan bij het aflezen te nemen 1 mM. 1 %0- Een afronding tot in 5 %o nauwkeurig, en bij afwijkingen kleiner dan 3 te nemen de O-lijn heeft mij steeds voldoend nauwkeurige resultaten gegeven. Bij deze groote afwijkingen kreeg ik nooit grooter verschil met de waarnemingslijst dan 1 %o- Zoonoodig kan men tusschen 2 lijnen gaan. De Meuren der lijnen. Mij is gebleken dat hierbij het idee van den Heer Brandon niet geheel aan de verwachting be antwoordt. De kleuren, vooral van het onderliggend blad komen niet genoeg uit, terwijl men toch hierbij nog eenigen tijd noodig heeft om de gewilde lijn te vinden. Ik heb dan ook bij de beproeving te Batoe Djadjar herhaaldelijk bij onder officieren opgemerkt, dat zij te lang naar de lijnen moesten zoeken, en na langdurig gebruik zelfs de lijnen van af de w.n. lijn een voor een moesten tellen, omdat de figuur voor het oog te bont werd. Bij gebruik van door mij gemaakte trefferbladen verkre-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 243