763
Soemba, benevens 30 gewapende politiedienaren onder bevel van luitenant
de Vries daarheen werden overgebracht. Ook de resident van Timor, als
mede de controleur van het Binn. Bestuur Couvreur begaven zich naar
Endeh en bevonden, dat de plaats geheel verwoest was met uitzondering
van het bestuursétablissement, dat dank zij het energiek en moedig op
treden van den posthouder Eoset met behulp van 5 pradjoerits behouden
bleef.
De aanleiding tot de overvalling is vooralsnog onbekend, de vijandige
hoofden zijn uitgeweken.
Op verzoek van den resident werd het detachement te Endeh versterkt
men één sectie van de excursie-colonne van Midden-Timor, die den 18n
Juli aldaar aankwam, doch bestemd is naar Timor terug te keeren, zoodra
de maréchaussee-compagnie van het 14e bataljon onder bevel van den
tkapitein H. Christoffel, die den len Augustus van Java zou vertrekken»
er plaatse zal zijn aangekomen.
Alvorens deze versterkingen te Endeh arriveerden nam luit. de Yries
met zijn detachement de versterkte kampongs "Woworakoe, Roworéké,
Aiboh en Wa Aroeroya, waarbij aan onze zijde een inl. fuselier zwaar
gewond werd, terwijl de vijand 3 dooden, 8 gewonden, 6 voorlaadgeweren
en voorraden in onze handen liet.
Drie dagen later werd kampong Ndatoekloh vermeesterd, waarbij een
inl. fuselier sneuvelde, de overige kampongs op korten afstand en ten
Oosten van Endeh gelegen werden verlaten gevonden, de versterkingen
werden geslecht. Bij latere verkenningen werden een fuselier gewond,
doch verloor de vijand 2 dooden, 3 geweren en veel blanke wapens. In
de richting van Noemba, Nanga Panda en het Keogebied wordt meerder
verzet verwacht.
Tot zooverre de slechts spaarzaam binnengekomen berichten omtrent het
voorgevallene op Zuid-Flores waaraan eenige gegevens betreffende het
eiland en zijn bewoners worden toegevoegd.
Natuurlijke gesteldheid.
Het eiland Flores strekt zich uit tusschen 119°44' en 123°1' O. L. v
Gr. en tusschen 8°5' en 9°1 Z. B. en heeft eene oppervlakte van bijna
300 Mijlen (d. w. z. de helft van Nederland). Yoor het overgroote
deel bestaat het uit voornamelijk van N. W. naar Z. O. loopende berg
ketenen, onderling door dwarsketenen verbonden, waardoor vele kleine
ketels met steile wanden gevormd worden. Ten O. van de lijn Aiméré-
Toa is de vulkanische formatie overwegend en komen vele nog werkzame
vulkanen voor, waarvan de voornaamste zijn de G. Rokka, de G. Kéo,
(de hoogste top 8800 vt.) de G. IJa en de Lobetobi (de Lakilaki 2263 M.
de Perampoean 2170 M). Hier en daar vindt men enkele vlakkere ge-