788 volksvertegenwoordiging dan niet, dat door hetgeen datpleger presteert de Koloniën dos ook Nederland, dns ooi M burgers van ons dierbaar moederland gebaat zijt? Geelt dat leg-r niet dagelijks blijken goed en bloed veil te hebben voor vaderland; mag datzelfde vaderland eene houding tegenover hare landskinderen aannemen zooals tot nu toe geschiedde. Past op' past op! zou ik onze volksvertegenwoordiging wen- Past op. paso up U kunt ontlasten van schen toe te roepen, gelooft met, dat be u kuu Uwe verplichtingen en dat het leger zich onder den huidiDe tijdgeest zal neerleggen bij eene hernieuwde ™kemnng van zijo rechten' Bedenkt in 's lands belang, dat een leöei, cc geest te wenschen overlaat, U ten slotte niet kan geveri wat Gii ervan verwacht'. Zal het weer moeten komen tot samen komsten als die de geschiedenis van het jaar hoe afkeurenswaardig deze uit een militair oogpunt ook ^Dringt door tot de gedachten vooral der jonge officiereni en ik ben ervan overtuigd, dat Uwe oogen zullen opengaan d zulks nog voor het te laat is; de moeilijke taak waarvooi staat zal met den dag zwaarder worden'. Wijst het niet op een bedenkelijken toestand, dat jonge offi cieren, waarvan men zou verwachten dat ze vol illusies, vol ambitie voor hun werkkring zouden zijn, zelfs velen van 1 Regeering de buitengewone verdiensten reeds een of meerdere malen wist op prijs te stellen en van wie de publieke opinie "egt „Zij zullen hun weg wel vinden", onder een kring van kameraden doen weten, dat zij zich er op vooibeieiden, na h diensttijd van twintig jaren, hun pensioen te zullen nemen, terwij het land na dien nog vele diensten van hen zou kunnei ge ten- wijst het niet op een beklagenswaarden toestand, dat als een gelegenheid zich voordoet in andere takken van diens over te kunnen gaan, zoovele officieren zich candidaat stellen en vaak onder hen niet de slechtsten uit het leger; dat de ambitie voor de hoogere vorming tot stafofficier de laatste jaren zoo begint te tanen? Zoekt de oorzaken hiervan nietbij het Legerbestuur. Neen, dat bestuur is onschuldig en voelt zich helaas machteloos. Slaat een blik in eigen boezem en bekent ridderlijk, vóór het te laat is, o, volksvertegenwoordiging, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 272