794 werd onthouden waarop zij recht meenen te hebben, en het verlangen door dit schrijven zoo mogelijk slechts de oogen te kunnen openen van hen, die geroepen zijn de belangen van ons leger te moeten of kunnen behartigen, heeft mij het bovenstaande in de pen gegeven. Ten slotte zij het mij vergund openlijk hulde te betuigen aan de Heeren Duymaer van Twist en van de Yelde voor de door hen in ons belang den 30en November 1905 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgestelde motie, terwijl het In dische officierskorps ook een woord van dank niet mag ont houden aan de commissie uit de vereeniging „Moederland en Koloniën" voor haar advies in zake wijziging van meergenoemd artikel van het Regeerings-Regiement, waarbij door haar de navolgende nieuwe redactie van dat artikel werd voorgesteld: Art. 42. 1. De Gouverneur-Generaal heeft het oppergezag over de in Nederlandsch-Indië aanwezige landmacht. II. Bij die landmacht geschieden, volgens regels door de wet gesteld, benoeming en ontslag van den bevelhebber door den Koning; benoeming, bevordering, op non-activiteit stellen en ontslag der opperofficieren door den Koning; benoeming, bevor dering, op non-activiteit stellen en ontslag der hoofd- en verdere officieren door den Koning of door den Gouverneur-Generaal. III. Het toekennen der pensioenen wordt door de wet geregeld. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 278