796
van de schijf, terwijl het loslaten gebaseerd is op de zwaarte
kracht en den schok van het projectiel, bij het treffen der schijf
daarop uitgeoefend.
De inrichting is als volgt
De houten figuurschijf (fig. 1 pi. XXIV) a, zijnde kop- borst- romp-
eenmans- of ruitersc,hi]ï is van onderen door een scharnier b verbon
den met een houten paaltje c, hetwelk vei ticaal in den grond gedre
ven wordt. Boven aan het paaltje c en aan de schijf a bevinden
zich 2 kleine haakjes <2, welke met het eene uiteinde door middel
van een oogje vrij bewegend aan het paaltje en aan de schijf
bevestigd zijn door een kram, terwijl de andere uiteinden haakjes
vormen en in elkander grijpen, (fig. 2.)
De schijf a is hierdoor van boven en van onderen bevestigd
■en vertoont zich als een gewone figuurschijf.
Aan het paaltje c (fig. 1) is, ongeveer in het midden tusschen b en
d, een spiraal veer e bevestigd, welke de schijf «juist even aanraakt.
Eene beschouwing van de verbinding bij de haakjes <2, doet zien,
dat een geringe schok of trilling daarop uitgeoefend, de haakjes
volgens de zwaartekracht uit elkander moet doen vallen, waar
op dan ook het systeem berust.
Daar de schijf, nadat men de haakjes bij d in elkander heeft
doen grijpen, een eenigszins schuinen stand naar voren heeft,
zullen door de topzwaarte der schijf, de haakjes in elkander
blijven grijpen, en aan de schijf derhalve een vasten stand geven.
Treft nu een kogel, onverschillig waar, de schijf, dan zullen dooi
den schok of trilling hierdoor ontstaan, de haakjes uit elkander
vallen; de schijf mist haar steun van boven en zal door haar
voorwaartsche helling ook naar voren moeten vallen, waarbij
hare scharnierende verbinding van onderen, de richting van
dien val bestuurt. Teneinde te voorkomen, dat haakjes dooi
de werking van den wind los raken, in 't algemeen om de
schijf een meer vasten stand te verzekeren, is bovendien nog
aangebracht de veer e (fig 1), welke de schijf a aan de achter
zijde juist raakt, de werking van den wind tegengaat, doch die
van den schok, bij het treffen der schijf, niet. De helling van
het paaltje c voor- of achterwaarts, de lengte der haakjes en de
■sterkte der veer bepalen derhalve de gevoeligheid voor het
vallen, welk vallen men daardoor in staat is naar verkiezing