803
ijzeren plaatje, en is met de omgebogen zijden vastgeschroefd
op c'.
Aan de achterzijde van deze plaat P zijn bevestigd:
le. de sluitnok g, welke een vasten stand heeft, en dient om
het verder naar boven gaan van het haakje d, te beletten.
2e. het haakje d. Dit is draaibaar om een horizontale as,
zoodanig, dat het alleen in op- en neergaande richting bewegen
kan, hetgeen verkregen wordt, doordien het aan weerskanten
is opgesloten tusschen 2, aan de plaat P bevestigde opstaande
plaatjes, tevens dienende voor tappen van de as, waarom het
haakje draaibaar is.
In lossen stand zal het haakje door zijn zwaarte, steeds om
laag vallen.
3e. De hefboom rr\ welke eveneens slechts beweegbaar is in
op- en neergaande richting- om een horizontale as, aangebracht
in 2 opstaande plaatjes als bij het haakje d.
De korte arm r van den hefboom heeft een omgebogen ge
deelte.
De lange arm r' is langer en zwaarder (van daar de buik) dan
de korte arm r, waardoor de hefboom steeds de neiging heeft,
met den langen arm r' langs de lat c' te vallen, dus den korten
arm r in den laags ten stand te brengen.
In de buik van den arm r' is een gaatje, waardoor een touw
vastgemaakt wordt.
Het haakje d en de hefboom rr' zijn geheel los, onafhankelijk
van elkander, aan de plaat bevestigd.
4e. De ijzeren stuitplaat Gwelke twee opstaande zijwanden
heeft, waarin de arm r' van den hefboom geheel vrij bewegen
kan en welke van voren een rond plaatje vormen, hetwelk stuit
tegen de veer e, die door middel van de stelschroef f in de lat c
is aangebracht, en waardoor men de vaZgevoeligheid van de schijf
kan regelen.
Het touw bevestigd aan r', loopt door een opengestoken ge
deelte van de lat c over de katrollen u en u\ wederom door
een opengestoken gedeelte van die lat, naar den waarnemings
post of den schutter.
Teneinde de wrijving en de zwaarte van het touw te over
winnen is aan c aangebracht een ijzeren plaat, met twee vleugels