807 kunnen vuren, waardoor een meer werkelijke nabootsing van het vuurgevecht verkregen en de belangstelling en lust bij de schietoefeningen, zoowel bij den vuurleider en den waarnemer) als bij den schutter, belangrijk bevorderd zullen worden. Het terugvuren dier schijvenlinie kan men verkrijgen door gebruik te maken van het arbeidsvermogen der vallende schijf, waarbij het vallen in een bepaalde richting, aangegeven door de scharnierende beweging der schijf, tot zijn recht komt. Bij de gehouden proef werd namelijk, vóór elke schijf, een cantinegeweer aangebracht, rustende met de kolf in een steun A (fig. 8 pi. XXIV) en met den loop op een graszode. Aan één der zijden van den houten steun A bevindt zich een ijzeren tuimelaar B met 2 armen, een lange horizontale c en een korte verticale d. Bij een verticalen stand van arm cZ, wordt deze door een touw verbonden met den trekker van het geweer. De tuime laar B is bij e draaibaar. Het touw blijft gespannen, doordat de arm c zwaarder is dan de arm d. De steun A wordt nu zoodanig in den grond geplaatst, dat de schijf in losgevallen stand, dus plat op den grond liggend, met den schouder der figuur rust op de arm c van den tuimelaar. Het geweer wordt met een losse patroon geladen. Treft nu een schot de schijf, dan valt deze voorover in de door het scharnier aangegeven richting, de schouder der figuur valt op den arm c, drukt dezen omlaag, de arm d volgt de beweging, de trekker van het geweer wordt achteruit gehaald en het schot gaat af. Die linie geweren voor de valschijvenlinie, was bij de proef op den 16 Februari, gedeeltelijk bedekt met een laag graszoden, waaruit alleen de trompen der geweren staken, zoodat het ge heel, van af den schutter, het aanzien had van een tirailleur linie achter eene lage dekking; van de gewerenlinie zag men niets. En toen er op de schijven gevuurd werd, was de uit werking inderdaad verrassend. Het spreekt vanzelf dat deze inrichting veel vereenvoudigd kan worden, wanneer men te beschikken heeft over oude afge keurde geweren of gebruik kan maken van de bij de Artillerie gebezigde moordslagen. De inrichting moge echter veranderen, de grondgedachte blijft dezelfde. De voordeelen, welke men van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 291