810 leristen door ruitervalschijven, vurende artillerie door stukken en de bedieningsmansschappen door romp- en éénmansvalschij- ven, bij welke laatste men dan, bij het treffen van één der bedieningsmanschappen, door de valschijf een moordslag doet afgaan, zooals hiervoren voor de terugvurende valschijvenlinie beschreven is en waardoor hoorbaar blijkt, dat de artillerie ge troffen is niet alleen, maar ook zelf aan den strijd deelneemt. Beschikt de afdeeling, welke de oefening in het gevechtsschie- ten houdt, tevens over artillerie, dan kan deze doelmatig met haar granaat-kartets vuur, deze valschijvenliniën of oprukken de valschijvenafdeelingen, het zij verspreid of gesloten, ondei vuur nemen en het resultaat van haar vuur eveneens hooren en zien. Gedurende, of na afloop der oefening, behoeft men dan slechts het aantal gevallen schijven te vergelijken met het daarop ver schoten aantal patronen om een zuiver treffer en een dui delijk beeld van den gehouden vuurstrijd te verkrijgen, aange zien men bij het gebruik dezer valschijven de zekerheid heeft, dat zij bij een treffer verdwijnen en niet ontijdig wegvallen. 'Waarnemingsposten met manschappen zijn onnoodig. De schij ven zelf, verft men, daar het oorlogsdoelen zijn, allen donker kakhikleurig, desnoods nog met een zwarten gordel. Bij het opnemen van het aantal gevallen schijven, stelt men deze tevens weder op, zonder dat het noodig is, de kogelgaten te dichten; de oefening kan dan opnieuw, met een andere af deeling, beginnen. Het behoeft wel geen betoog, dat zoowel de individueele als de gezamenlijke oefeningen in het gevechtsschieten hierdoor leer zamer, nuttiger en aangenamer, zoowel voor den waarnemer, den vuurleider, als voor den schutter, zouden worden. En het doet ons tevens zien, hoe belangrijk de schietopleiding zou worden gebaat, indien de Infanterie over een of meerdere schietkampen kon beschikken, waar het gebruik van de valschijf op groote schaal toegepast, geheel tot zijn recht kan komen, voor de groote oefeningen in het gevechtsschieten. Want het gevechts- en de gezamenlijke oefeningen in het schie ten bestaan nu nog veelal in een doelloos verschieten van een groot aantal patronen op schijven, welke een geheel verkeerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 294