549 tigend, de artillerieverkenners op den Spionkop toch hadden gemeld, dat de helling voor deze geschutsoort niet te zwaar was. Eenigen tijd later ontving Boller den Luitenant-Kolonel a Court, die hem verslag van de overvalling en van de bezetting van den Spionkop uitbracht. Dat Woodgate doodelijk gewond was, wist hij reeds; de desbetreffende melding was langs zijn seinstation gegaan en had zijn vertrouwen in den afzender aanmerkelijk geschokt. Toen hij nu wanorde onder de troepen op den kop meende te bespeuren, seinde hij aan Warren: „Now Woodgate is dead I think you must put a strong com- „mander on top; I recommend you put Thorneycroft in command". Het verslag van zijn berichtofficier, waardoor hem Thorney croft 's krachtdadig optreden bij de overvalling van de Boeren op den kop bekend was geworden, heeft allicht grooten invloed op deze „aanbeveling" gehad. Warren seinde onmiddellijk aan Crofton, dat Thorneycroft met den tijdelijken rang van brigadecommandant als bevelhebber op den Spionkop moest optreden Hij vond het niet noodig, Coke, den commandant van zijn rechtervleugel en als zoodanig Woodgate's onmiddellijken chef, die de beklimming reeds begon nen had en van wiens troepen nu vijf bataljons in gevecht waren, daarmede in kennis te stellen. VI. De eerste crisis. Ondertusschen was de toestand van de Engelschen op den kop ernstiger geworden. Voortdurend moesten versterkingen uit de loopgraven naar voren gezonden worden, om de zeer blootgestelde, vooruitgeschoven afdeelingen eenigszins op krach ten te houden; een en ander ging met groote verliezen gepaard, want het terrein onmiddellijk vóór de loopgraven werd in alle richtingen door het vuur der Boeren bestreken. Wederom bleek de noodzakelijkheid van den soldaat te leeren in het gevecht geheel op eigen beenen te staan. De Boeren aan zelfstandig handelen gewoon, verzuimden geen enkele gun stige gelegenheid om hun schot in alle koelbloedigheid af te geven, zonder zich meer dan hoog noodig bloot te geven. Daar entegen hadden de vredesoefeningen de Engelschen aan eene 1) Volgens Warren te 11.50 v m. (V, blz. 652). I.M.T. 1907. qq

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 29