S16 Waarom te spreken van administratieve" inspectiën, en niet van inspectiën alleen, zonder dit adjectief? Wij zullen trachten straks deze vraag te beantwoorden. Voorshands willen wij aanvoeren, dat naar bescheiden meening de redactie van genoemde artikelen niet bepaald onberispelijk is te achten. Zoo luidt de slotalinea van artikel 93: „Bij inspectiereizen Daar plaatsen, gelegen buiten de standplaats van den Geweste lijken Intendant, behoort, voor zoover het traject per spoor of tram moet worden afgelegd, steeds met spoed gereisd te worden". Het komt ons voor, dat volstaan had kunnen worden met neer te schrijven: „Inspectiereizen behooren, voor zoover het tra ject per spoor of tram moet worden afgelegd, steeds met spoed te geschieden." Het ligt voor de hand, dat een reis alleen ge maakt kan worden indien de Intendant zich begeeft naar een plaats, gelegen buiten zijn standplaats. Ook de bijvoeging van de woorden „voor zoover het traject per spoor of tram moet worden afgelegd" had wellicht achter wege kunnen zijn gelaten, daar een op inspectie zijnd intendant verplicht is op reis steeds spoed te betrachten. De tweede alinea van artikel 94 verder, spreekt alleen van het archief van den kwartiermeester, terwijl uit den aard dei- zaak het in die alinea bedoelde onderzoek ook zal moeten geschie den, indien de inspectie plaats heeft bij den administrateur van het hospitaal of bij dien van het garnizoen. Men denke slechts aan den administrateur van de militaire ziekeninrichting te Magelangdie als oudste in rang van de officieren der Militaire Administratie aldaar, gewoonlijk wordt belast met het houden der aanbestedingen voor de verschillende leveringen en werken, die ter plaatse ten behoeve van dien dienst door aannemers moeten geschieden. Het slotgedeelte van deze alinea bepaalt verder, dat moet worden onderzocht of de minuten der nog loopende overeenkom sten volgens de voorschriften zijn opgemaakt. Strict genomen is dit ook niet juist, daar dit niet ter beoordeeling staat van den Inspecteur, en deze quaestie ook feitelijk reeds is beslist door de op die overeenkomsten verleende goedkeuring van hooger- hand. Het is dan ook, naar onze meening, alleen de bedoeling, dat wordt nagegaan of bij de opmaking dier minuten de bij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 300