820 inschrijven en bijhouden daarvan behoorlijk worden opgevolgd. Wij gelooven, dat er geen arbeid is, die de Gewestelijke In tendant met meer vertrouwen zou kunnen nalaten, zonder ge vaar voor benadeeling van eenig landsbelang, dan juist dit onder zoek van de administratie der compagnieën. De betrekkelijke boeken worden reeds zoo herhaaldelijk nagezien, dat het ons toeschijnt, dat de Intendant zijn tijd wel nuttiger kan besteden en aan belangrijker zaken zijn dienst betreffende wijden. Wij gaven het reeds te kennen, het doel der inspectie omvat meer dan louter „administratie". En dat blijkt ook uit het bepaalde bij de drie laatste alinea's van artikel 94 en uit hetgeen in artikel 95 wordt vermeld. Daarin wordt voorgeschreven, dat de Intendant ook zijn aan dacht moet wijden aan de hoedanigheid der aan de compagnieën geleverde vivres, aan den toestand van het materieel in de mili taire ziekeninrichtingen, c.q. ook de paarden en de hoedanigheid en de bereiding der levensmiddelen in die hospitalen, terwijl met betrekking tot de bewaarplaatsen en het materieel in gebruik verwezen wordt naar het terzake bepaalde in de Regelen voor het beheer van het materieel bij het Departement van Oorlog. Raadpleegt men laatstbedoelde voorschriften, dan moet men tot het besluit komen, dat de boekhouding niet het voornaamste is, waarop dient te worden gelet. Verder beveelt artikel 95, dat de Gewestelijke Intendant van de inspectiën buiten zijne standplaats gebruik maakt: le. om te onderzoeken of de aannemers der verschillende leveranciën, terzake waarvan door de Militaire Administratie is gecontracteerd, naar behooren aan hunne verplichtingen voldoen 2e. tot het vermeerderen van zijne kennis omtrent de hulp bronnen, die voor de verpleging der troepen, zoowel in garnizoen als op marsch of te velde desvereischt zouden kunnen worden benut, dan wel die tot vervoer van militairen en militaire goe deren zouden kunnen worden gebezigd. Is met een en ander echter de taak van den Inspecteur vol ledig en op juiste wijze omschreven? Wij vermeenen van niet. In verband met het hierboven door ons omtrent het doel der in spectie aangeteekende, moet het eindresultaat daarvan zijn, dat de Intendant de overtuiging erlangt, dat op de plaats, waar hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 304