825 yallig in een ander garnizoen op inspectie bevindt, kan hij naar hartelust die inrichtingen nazien en controleeren. "Voorts hebben wij op bladzijde 815 reeds vermeld, dat in 1888 het Legerbestuur een auder beginsel huldigde dan tegenwoordig. Artikel 96 der toenmalige Instructie voor de Gewestelijke In tendanten luidde: „De Commandant van het Leger bepaalt of en zoo ja op welke tijdstippen en voor welke garnizoenen „en inrichtingen eene administratieve inspectie zal worden „gehouden", terwijl artikel 97 daarop liet volgen: „De gewes telijke intendanten eene zoodanige inspectie over hun gewest of „eene gedeelte daarvan noodzakelijk achtende, doen daaromtrent „een gemotiveerd voorstel aan den Hoofd-intendant, door tus- „schenkomst van den afdeelings- of gewestelijken militairen „commandant." In de bij de Algemeene Order No. 19 van 1897 uitgegeven herdruk der instructie werd dat beginsel losgelaten, en heette het in artikel 96: Zoo dikwijls zij zulks noodig achtenenz." Toen kregen wij bij de Algemeene Order No. 18 van 1901 een geheele herziening van dat artikel, en werd daarbij voor de militaire ziekeninrich- tingen het houden van periodieke inspectiën voorgeschreven, n.l. a. eenmaal in elke vier maanden, over die, welke op de stand plaats van den gewestelijken chef gelegen waren; b. eenmaal in elke zes maanden, over die, gelegen op plaatsen, welke van uit die standplaats per spoor, tram of andere transport middelen, over land in één dag te bereiken waren; c. eenmaal per jaarover de overige hospitalen. Bovendien konden tusschentijds inspectiën worden gehouden, indien daartoe bijzondere redenen aanwezig waren. Een en ander was vermoedelijk het gevolg van malversatiën, die toen ter tijde in een der militaire hospitalen waren aan het licht gekomen, misschien ook wel van eenige in dat jaar in pe riodieken en dagbladen verschenen artikelen, omtrent de minder eerlijke wijze waarop in die inrichtingen met de aan de opge nomen lijders te verstrekken voeding werd gehandeld. Men schijnt thans deze inspectiën niet meer zoo noodig te vinden en is vrijwel tot den toestand van vóór 1901 terugge keerd. Intusschen kunnen wij er ten volle mede instemmen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 309