831
ad 1. Het antwoord op de eerste vraag vinden wij in het
Handboek voor de Yesting-art. waarin vermeld staat, dat de
rolwagen met 4 raden voor het vervoer dient van vuurmondeü,
hoofdzakelijk in beperkte ruimten, waaruit dus volgt, dat het
gebruik van den lastsleper binnen het fort uitgesloten is.
ad 2. Vervoer van de kanonnen van 17 cM. A, 12 cM. L/40
en 7.5 cM. L/40 van het eene fort naar het andere is hoogst
onwaarschijnlijk, daar de forten hun vastgestelde bewapening
hebben en bij de bouw der forten daarmede rekening is ge
houden, zoodat dus versterking van het vastgestelde aantal
vuurmonden in het eene fort ten koste van het andere wel niet
denkbaar is, terwijl onderlinge verwisseling van gelijksoortige
kanonnen geen nut heeft.
ad 3. De verschillende stellingen liggen zoo ver uiteen, dat
vervoer van geschut nooit anders dan per spoor zal geschieden.
Wanneer de vuurmonden uit een fort moeten worden opge
zonden naar Batoe-Djadjar ten behoeve van de jaarlijks aldaar
te houden practische oefeningen, geschiedt het vervoer van het
fort naar het station van afzending steeds met de rolwagen met
4 raden en is nog nimmer gebruik gemaakt van den lastsleper.
Het is ook van belang mee te deelen, dat al het snelvuurge-
schut bij aankomst uit Europa van Tandjong Priok naar het
Magazijn van Oorlog te Batavia en van daar naar de forten is
vervoerd geworden op rolwagens. Ook dient opgemerkt te
worden, dat de rolwagen ongeveer hetzelfde draagvermogen
heeft als de lastsleper en slechts iets meer kost dan y3 van
laatstgenoemd werktuig.
Daar uit het bovenstaande gebleken is, dat de lastleper tegen
woordig geen nut meer heeft, is het ook wenschelijk, dat ge
noemd werktuig zoo spoedig mogelijk komt te vervallen uit het
materieel der artillerie, opdat de uren, welke thans nog besteed
worden aan exerceeren met den lastsleper, vrijkomen voor nut
tiger oefeningen.
Ook de vestingbok behoort zoo spoedig mogelijk van het too-
neel te verdwijnen om plaats te maken voor een bok, zooals
1) Deel VIII—XIV blz 40.