840 deel te hulp kan snellen, zeer beperkt, kan de tactische veree- niging dier beide groepen binnen korten tijd voorzien worden, dan bestaat er alle reden om met de geïsoleerde groep af te rekenen, voordat die vereeniging kan geschieden, waartoe een nachtgevecht het eenige middel kan zijn en dit des te eerder, indien de geïsoleerde groep heeft getracht tijd te winnen door zich in eene versterkte stelling vast te zetten. Nog een ander voorbeeld: een vleugelcolonne wordt op haren marschweg tegeiftoet getrokken door een zwakkere vijandelijke af- deeling, die haar door de sterkteverhouding op den volgenden mor gen nog altijd een aanmerkelijk oponthoud kan bezorgen, waardoor zij te laat zou komen om nog deel te kunnen nemen aan den te ver wachten, beslissenden slag. Deze toestand kan er toe leiden, dat de commandant dier vleugelcolonne er toe besluit, om met dien zwak keren tegenstander voor het aanbreken van den dag af te reke nen, door hem te verrassen en hals over kop terug te werpen. Weet men, dat een tegenpartij zich over zeer verspeide kanton- nementen heeft verdeeld, dan kan een nachtgevecht gunstige resultaten opleveren, omdat dan de tactische samenwerking dier verspreide deelen onmogelijk is. In tegenstelling hiermede zal een op handen zijnd gevecht herhaaldelijk aanleiding geven tot het uitvoeren van nachtmarschen, om tusschenruimten en afstan den te verminderen. Hierdoor kunnen ongunstige groepeeringen nog op het laatste moment verbeterd worden. Bij het aanvaar den van den strijd ondervindt de tegenpartij hiervan de nadee- lige gevolgen, omdat hij gevaar loopt, met zijne tegenmaatre gelen te laat te komen. Vooral de tactische verhoudingen, die aanleiding kunnen ge ven tot een nachtgevecht, zijn talrijk. Is de vijand beter bewa pend, beschikt hij over een beter geweer, dan zal de infanterie in de duisternis den afstand moeten doorloopen, die voert tot het eigen werkzame schot. Sterke stellingen met goed bestreken vlakten in front en op flanken, of met goed aangeleunde flanken zijn alleen onder bescherming van het nachtelijk duister te na deren. De aanval op een engte of een brug is over dag zeer bezwaarlijk, als de vijand daarachter gedekt opgesteld staat. Tracht men bij dag die brug te bestormen, dan leveren de daar samengedrongen troepen een maar al te kwetsbaar doel op. Be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 324