850 van dit opstel hebben we er reeds op gewezen, dat de passieve houding, hier gepredikt, ons hindert, omdat wij daarin voor de toekomst een ernstig kwaad zien. Gaarne zouden wij het vol gende daarvoor in de plaats stellen: Nachtelijke ondernemingen met een kleine macht als een com- pagnie of een bataljon kunnen onder omstandigheden goede resul taten belovenmits met oordeel geleid en ondernomen met den vasten „wil om te slagen. Geen bevelhebber mag voor het nemen van het initiatief tot eene nachtelijke onderneming terugdeinzenwanneer hij daartoe de omstandigheden gunstig acht." De 2e alinea zou kunnen vervallen. Juist dit gewijzigde artikel zou ons, naar mijne meening, een krachtig wapen in de hand geven tegen den B.Y. Het is voor ons nu eenmaal een treurige waarheid, dat de statistiek dei krijgsgeschiedenis heeft bewezen, dat 90% van de ondernomen landingen gelukten. De B.Y. zal ook op Java landen, maar zoodra hij daar voet aan wal heeft gezet, is het onze plicht hem daar als een zwerm muskieten te omringen, die te voorschijn komen, zoodra de duisternis intreedt, die hem door talrijke venijnige steken van de nachtrust berooven en die onzichtbaar verdwenen zijn, zoodra de dageraad gloort. Dan kunnen wij hem het leven op Java's stranden zóó ondragelijk maken, hem zoodanig harceleeren, moreel en physiek knakken, dat nog niet alle hoop op goed succes verloren behoeft te gaan. Dan zullen wij de nachtelijke vliegen zijn, die den leeuw verdrijven, gelijk ook eenmaal volgens de eigen woorden van den generaal Lock- hart de Afridis de vliegen waren, die den Engelschen leeuw verdreven uit de hooglanden van Tirah. R. Boonstra. (Wordt vervolgd).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 334