856 -
meernaar voren gekozen wordt. Daar een steunen nabij den boven
hand het gemidd. trefp. op 50 meter reeds met circa 2 centimeter
verhoogt, (op 600 meter reeds met decimeters) is het van belang
eenzelfde steunpunt te houden. Waar een vuurleider op grooter
afstanden meerdere vizieren kiest, zal hem deze waarneming van
nut kunnen zijn, indien de troep met voorlijk gesteunde, opge
legde geweren schiet. Bij het schieten van beelden op 25 en 50
meter zal men vaak kogelgaten vinden, die meer dan 1,5 maal
de normale middellijn in cylindervorm hebben. Deze kogelgaten
zouden op de grootere afstanden weer zuiver rond zijn. Men
wachte er zich daarom voor, deze als dwarstreffers te beschouwen,
doch veeleer als een gevolg van onevenredig groote snelheid van
het projectiel in verhouding met de rotatiesnelheid, waardoor
het projectiel niet volkomen den parabool doorloopt.
Wat de opleiding betreft, niet ieder officier zal zich daartoe
voelen aangetrokken. De dagelijks terugkeerende schiet-en richt-
oefeningen vereischen geduld en toewijding, en een weinig slag
om afwisseling te geven.
Bij eene kleine klasse wake men tegen te inspannende oefe
ningen, die tijdelijke of blijvende stoornis in de functie der oogen
zou kunnen te weeg brengen. Mede in verband richte men niet
bij uitsluiting met het rechteroog. Als richtoefeningen worden
aanbevolen de in 59 Schietvoorschrift genoemde, met vervan
ging van het driehoekje door een ijzeren figuur in den vorm van
groote of kleine kruisschijf.
Worden de resultaten zoodanig, dat de onderwijzer eene
premie wil toekennen, dan trekt hij om het werkelijk punt,
waarop het geweer gericht is, onzichtbaar voor den schut
ter een kleinen cirkel waarbinnen ieder een of meer punten
tracht te brengen. Bij het doen aangeven van meerdere
punten, op de wijze als in 59 bepaald, kan niet genoeg
worden aangedrongen op de controle, door den onderwijzer
of een uitstekend richter uit te oefenen. De grootste moeilijk
heid levert echter de rechterhand op. Yoor het automatisch
sluiten van den vinger wordt vereischt het afleggen van alle
angst voor het schot en van het denkbeeld dat de man „mooi"
moet schieten. Vooral dit laatste heeft bij velen te diep inge
werkt. Constant richten, desnoods met eenigszins grooter sprei-