863
schoten die meer dan 2,8 maal de gemiddelde afwijking der geheele serie
van het berekende gemiddelde trefpunt verwijderd liggen. Den man
wordt voor eiken dusdanigen uitbijter een patroon toegegeven.
Bij twijfel aan de deugdelijkheid van het geweer wordt dit door den
besten (bok)schutter beproefd met 10 schoten op 50 M op krmsschijf No. 2.
De hoogte- en breedte-spreidingen mogen alsdan met meer bedragen
dan 6 cM of wel de hoogte- en breedtespreiding der binnenste 8 schoten
mag niet hooger zijn dan 5 oM, terwijl geen duikers of dwarstreffers mo
gen voorkomen.
12 Bij niet voldoen aan den gestelden eisch eener oefening wordt deze
zoo "spoedig doenlijk, na een rust van enkele minuten, nog eens her
haald- daarna wordt tot de volgende oefening overgegaan, zullende de
oefeningen, waaraan de man niet voldeed, na doorlooping der geheele
oefeningsreeks worden herhaald, totdat daaraan is voldaan, met dien ver
stande echter, dat een man, van wien te voorzien is, dat hij met 150
patronen niet aan alle oefeningen zal kunnen voldoen, moet worden ver
vangen. Ter bepaling der gedachten zij hierbij vermeld, dat te Meester-
Cornelis door iu bovenvermelden zin opgeleide bokschutters gemiddeld op
50 M spreidingen werden geschoten met 10 patronen van 4 cM. - met 30
patronen van 5 cM.
Deze spreidingen worden voorloopig als normale aangemerkt, met te
verwarren met de totale d. i. de afstand tusschen de uiterste practiseh
mogelijke trefpunten, die bij kleine series (10—50 patronen), onder e
gunstigste omstandigheden geschoten, zelden of nooit wordt verkregen.
13. De Vile oefening vormt de overgangsproef voor bokschutters, is
tevens de herhalingsoefening, waaraan elke bokschutter jaarlijks in April
moet voldoen.
Een bokschutter, die twee malen achtereen niet voldoet aan de herha
lingsoefening, maar van wien te verwachten is, dat hij na eemge oplei
ding wederom aan gestelde eischen zal kunnen beantwoorden, doorloopt
op de wijze, aangegeven in punt 12, de lie, IYe Ye en Ylle oefening van
punt 11, waaraan hij dan met hoogstens 80 patronen zal hebben te vol
doen. Anders wordt hij vervangen.
14. Opgeleide bokschutters moeten minstens eens per week onder den
Officier-Instructeur op 50 M op de kruisschijf No. 2 een serie van 10
patronen schieten. Bij gegrond vermoeden van achteruitgang der schiet
vaardigheid van een bokschutter is de Instructeur bevoegd hem tusschen-
tiids aan de herhalingsproef, sub 13 bedoeld, te onderwerpen.
Batavia, 11 April 1906.
De Chef van het Wapen der Infanterie
Chbistax.