878 vooruitgeschoven, geïsoleerde groepen en het gevecht tot den mid dag voortduurde, de doodelijk vermoeide Italiaansche soldaten, die in den aanvang van den strijd dapper hadden gevochten, ten deele ransel en uitrusting wegwierpen en op de vlucht sloegen; 56 vuurmonden en 15000 repeteergeweren met 2 mill, patronen bleken niet in staat te zijn, den aanval van overmachtige hor den af te slaan. Zeer leerrijk is de bestudeering van den nachtmarsch onder generaal Gatacre in den nacht van 9—10 December 1899, als waarschuwend voorbeeld, hoe nachtmarschen niet geleid moeten worden. Toen de Boeren ook aanvallend over de Oranjerivier waren vooruitgerukt, beval de generaal Buller om het knooppunt van spoorwegen bij Stormberg van vijanden te zuiveren, dat den 26en November door de Boeren met 2300 man en 3 stukken geschut onder comdt. Grobler was bezet. Ten Zuiden van Storm berg, bij Queenstown, verzamelde de generaal-majoor Gatacre, de commandant der nieuw gevormde 3e infanteriedivisie eene vliegende colonne, waarmede hij in het begin van December, nadat hij daartoe van hooger hand herhaalde malen was aan gespoord, Stormberg aan de Boeren hoopte te ontnemen. Tot den 8en December beschikte Gatacre daar, alles te zatnen geno men, over 3J bataljon en 2 batterijen, benevens 3 compagnieën bereden infanterie en een paar honderd man nieuwgevormde kolo niale troepen. Hoewel hij met dit detachement, dat slechts een weinig sterker was dan de tegenpartij, ongeveer 50 K.M. van diens voorste linie verwijderd stond, nam hij het besluit, de Boeren met een gedeelte van zijne macht door een nacht marsch te naderen en daarna bij het aanbreken van den dag te overvallen. Voor deze onderneming wees hij aan: 2 batal jons infanterie, 3 compagnieën bereden infanterie en de beide batterijen, terwijl tot dekking van zijn rechterflank zou die nen een onder den majoor Springer bij Penhoek staand detache ment van eenige honderden koloniale ruiters, een paar voor- laadkanonnen en een maxim. Met het oog op den grooten afstand zou de hoofdmacht den 8en December des namiddags van Putterskraal over een afstand van 37 K.M. per spoor naar Molteno vervoerd worden, waarop zij de overige 13 K.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 357