875 had daar een sterk gepeperd bericht ontvangen, dat de Boeren de stelling op de zadelhoogte zwaar versterkt en door draadver sperringen omgeven hadden. Op grond van deze berichteD,die hij voor waar accepteerde, hield Gatacre de onderneming voor zeer gevaarlijk en wijzigde op het laatste moment de gegeven hevelen. Beter ware het zeker geweest, dat Gatacre, de inge komen berichten volkomen vertrouwende, den aanval nog een dag had uitgesteld, om tijd te hebben voor eene persoonlijke verkenning van het aanvalsterrein. Had hij dit gedaan, dan zou hij den aanval eerder tegen de oost- dan tegen de west zijde van den Rooikop gericht hebben. De hoogten ten N. O. daarvan begunstigen eene gedekte nadering, terwijl er gunstige positiën zijn om den Rooikop, die de geheele stelling der Boeren domineerde, aan te vallen. Het terrein in het Westen mist deze voordeelen; het is doorsneden, hier en daar met zwaar struikgewas begroeid en bovenal gevaarlijk voor een nachtmarsch. Gatacre zag af van den oorspronkelijk beraamden frontaanval en besloot thans de Boeren stelling op haren rechterflank aan te grijpen, waardoor niet de weg Moltena-Stormberg langs de spoorbaan gevolgd zou worden, maar die naar Steynsburg over eene lengte van 11 KM. om vervolgens even ten Zuiden van Yan Zyll's hoeve een karreweg in te slaan, waarlangs men den Kissieberg zou kunnen bereiken. Niet alleen was deze marschroute circa 3 K.M. langer, zoodat de nachtmarsch nu reeds een lengte van 17 a 18 K.M. kreeg, maar bovendien liep zij door volkomen onbekend terrein, zoodat men geheel overge leverd was aan de medegenomen gidsen, een paar veldwachters, die verzekerd hadden eiken steen en struik op een duimpje te kennen. Deze belangrijke wijziging in de marschdispositie werd echter buitengewoon vluchtig en zoo terloops hier en daar mede gedeeld, zoodat een groot deel van de officieren en van den troep er geen kennis van droeg en den nachtmarsch begon in de overtuiging, dat men rechtstreeks langs den spoorweg op Stormberg aanrukte. Om 915 N.M. begon de marsch. Aan het hoofd marcheerden de Irish Rifles met opgeplante bajonet, als eenige marschbevei- liging; een maatregel, die de manschappen vermoeide en voor- loopig althans geen zin had. Daarachter volgde het Fuselier-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 359