885 breede, witte armbanden. Uit de praktijk gedurende dien oorlog was reeds proefondervindelijk bewezen, dat duidelijk gekenmerkte troepen met veel grooter vertrouwen aan een nachtgevecht deel nemen en minder gevoelig schijnen voor het ontstaan van een paniek. Het kunnen herkennen of onderscheiden van de eigen kameraden geeft vertrouwen, vermindert het gevoel van alleen zijn. Men vindt het daarom minder belachelijk, als men meer malen, zelfs in de voegere krijgsgeschiedenis, vermeld vindt, dat troepen die voor eene nachtelijke onderneming waren aangewe zen, een hemd over den uniformjas trokken, waarbij niet alleen gespeculeerd werd op spokenvrees. Als aanvalspunten waren 's avonds te voren aan de beide gevechtshelften twee hooge toppen aangewezen, die nu duidelijk tegen den nachtelijken hemel afstaken. Vóór de compagnieën der voorste linie mar cheerden op korten afstand patrouilles, zorgvuldig gekozen, be proefde soldaten, die een afgesproken teeken hadden te geven, zoodra zij op den vijand stieten. Aan den troep was ten strengste ingeprent om onder geen voorwendsel te vuren, doch steeds onafgebroken voorwaarts te gaan. Wij vinden niet vermeld, of met al dan niet geladen geweer gemarcheerd werd. Som migen bevelen aan, om aan het bevel van niet te vuren strikt de hand te houden, de sluitstukken der geweren in de broodzakken te doen medenemen. Is de discipline in een troep zóó slecht, dat men tot dergelijke kunstenmakerijen zijn toevlucht moet nemen om een verbod te handhaven, dan is het mijns inziens verstan diger om met zoo'n bende thuis te blijven, in plaats van op nachtelijke excursiën uit te gaan. De bajonet zou niet op sig naal of commando worden opgezet; ieder man zou dit kunnen doen, zoodra hij vermeende, zich gereed te moeten houden voor het handgemeen. Het teeken tot het begin van den aanval, die op 1 uur 's nachts was bepaald, zou bestaan in het aansteken van een stroowisch in de onmiddellijke nabijheid van den divisie commandant. Tegen 3 uur 's morgens was de voorste linie tot op 300 M. van den vijand doorgedrongen. Een paar posten werden teruggedreven, waarbij meerdere schoten vielen. De vijandelijke artillerie opende haar vuur, dat echter geen uitwerking had. De Japanners bleven onafgebroken voorwaarts gaan. Toen zij I. M. T. 1907. 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 369