890 -
met een goeden kijker uit het kamp was waar te nemen. De
loopgraven aan den voet van den heuvel waren geheel aan de
waarneming der Engelschen ontsnapt. Methuen verraadde zijne
plannen, door op den 9den December met het marinekanon en
op den lOden met de geheele beschikbare artillerie de stelling
te doen bevuren. Dit was voor Cronjé aanwijzing genoeg om
in den namiddag van den lOden December alle ondercomman"
danten tot waakzaamheid aan te sporen.
Nog om 1 uur 's nachts reed hij met zijn staf de stellingen
langs en had zich in den donkeren nacht in een geweldigen
stortregen op goed geluk ergens in het terrein neergelegd om
den dag af te wachten, toen het bleek, dat hij zich met zijn
6 stafofficiei en bevond achter den linkervleugel van het centrum.
Generaal Methuen nam de volgende beschikkingen voor den
aanval
de Highlander brigade onder den generaal majoor Wauchope,
geleid door den majoor van den staf Benson, die den vorigen
dag den marschweg nauwkeurig verkend had, rukt om half
één 's nachts in gesloten marschformatie op tegen den Z.O. hoek
van den Magersfonteinkop, ontwikkelt zich daar vóór het aan
breken van den dag in een wijd uitgestrekte gevechtsformatie
met 3 bataljons in voorste linie, ieder bataljon in 3 liniën met
een frontbreedte van ongeveer 1000 pas, de reserve der brigade
achter het midden. Alle andere troepen zouden dienen als
algemeene reserve. Dit laatste haalde Lord Methuen later het
verwijt op den hals, dat hij opzettelijk de Highlanders ten
verderve zou hebben gevoerd; een dwaasheid, daarvoor staat
ten eerste een luitenant-generaal te hoog en ten tweede heeft
Methuen zich gedurende den geheelen oorlog als een waar
gentleman doen kennen. Een half bataljon van de 9e brigade,
het Marinedetachement en de 12 ponder batterij waren als
bezetting van het kamp achtergebleven. Twee bataljons der
9e brigade onder den generaal-majoor Pole Carew waren als
een soort vasthoudende groep a cheval van den spoorweg op
gesteld, één was treindekking, een ander bewaakte de Voetpads-
diift- Ge gaidebiigade zou tot onmiddellijke ondersteuning nog
in de duisternis oprukken naar de bivakplaats der Highlanders
(3600 M. van het aanvalspunt.) De cavalerie en de bereden