892 planten, gaten en kuilen de manschappen deden vallen, waar door menig Highlander de bloote knie verwondde. De brigade stond 4 K.M. van den vijand. Toen men de lijn der voorposten gepasseerd was, moest halt gehouden worden. Men had verzuimd de voorposten tijdig af te lossen en moest nu wachten, tot de Seaforth zich verzameld en in de marschcolonne plaats genomen hadden. Wij zien hier tevens het vreemde feit, dat troepen, die in een hondenweer reeds een halven nacht op voorposten hadden gestaan, werden aangewezen voor eene nachtelijke onderneming en bovendien nog behoorden tot die brigade, die de spits moest afbijten. Methuen beschikte over genoeg vorsche troepen. De marsch had plaats in quartercolum, gesloten sectiecolonne- Daar de brigade 32 compagnieën telde, marcheerden dus 96 twee- geledeien achter elkaar. Niettegenstaande de groote bezwaren, daaraan verbonden, leidde de majoor Benson den marsch goed; toch kwam men slechts langzaam vooruit. Voor de weinige kilometers had men uren noodig, het werd reeds half vier, de ochtendseheme- ïing weid merkbaar, reeds kon men de donkere omtrekken van den Magersfonteinkop onderscheiden en nog altoos werd door- marcheerd. Herhaaldelijk fluisterde de majoor Benson den naast hem marcheerenden generaal Wauchope toe, dat het tijd was, de colonne in gevechtsformatie te ontwikkelen. Deze wilde met het oog op de ondervonden vertraging den marsch zoolang mo gelijk voortzetten. Men drong door een klein boschje struikgewas en eeist nu gaf de generaal Wauchope het bevel tot de gevechts ontwikkeling, zonder te vermoeden, dat hij nog slechts 500 pas verwijderd was van de loopgraven aan den voet van den berg. Daar de beide achterste bataljons het boschje nog niet gepas seerd waren, toen zij dit bevel ontvingen, gaf de uitvoering aanleiding tot gestommel en gekraak in het hout. Nauwelijks begon de gevechtsontwikkeling, het was toen ongeveer 4 uur en het schemerde, of van alle zijden knalden de geweerschoten en suisden de Mauserprojectielen over hunne hoofden. Gelukkig voor de Engelschen schoten ook hier in het halfduister de Boeien te hoog, maar toch ontstond er in een ommezien een onbeschrijfelijke verwarring. Manschappen van de middelste com pagnieën der Black Watch drongen naar voren, legden zich neer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 376