893 en zetten de bajonet op. Manschappen der achterste bataljons poogden zich los te maken uit de diepe colonne, die langzamer hand een dicht opeengedrongen klomp van menschen was geworden. De verwarring werd nog grooter, toen een deel der Seaforth-Highlander, waarschijnlijk op aanwijzing van hunnen commandant, trachtte rechts van de Black Watch in de gevechts- linie te komen. Alleen het signaal voor den stormaanval en een woest vooruit snellen van de geheele massa had hier het ontstaan van een paniek kunnen voorkomen. Wauchope begaf zich met kalmen tred naar de verspreide compagnieën der Black Watch, waarschijnlijk om den afstand tot de loopgraven op te nemen om dan zijne troepen ten aanval voorwaarts te voeren. Rechtop stond hij tusschen de tirailleurs en toen hij bemerkte, dat het vijandelijk vuurfront zich naar rechts verlengde, liet hij door een ordonnans-officier aan de overige compagnieën der Black Watch het bevel overbrengen om de linie naar rechts te ver lengen, waarop de bataljonscommandant een ongeregelden troep menschen, Black Watch, Seaforth en Argyll, in die richting voerde. Kort daarop schijnt Wauchope het sein tot den aanloop gegeven te hebben. Een bonte mengeling van de dapperste lieden der voorste bataljons ijlde vooruit. Wauchope plaatste zich aan het hoofd en stierf den heldendoodden volgenden dag werd zijn lijk en dat van twee zijner stafofficieren op nog geen 250 pas van de vijandelijke loopgraven gevonden. Het gunstigst was de toestand bij de Engelschen op den rechtervleugel, waar men nog terrein wist te winnen, niettegenstaande hier onder het vuur een oude ijzerdraadafsluiting moest gepasseerd worden, die van af den weg tot voor de loopgraven liep en later oorzaak werd van de groote sage der uitgestrekte prik keldraadversperringen voor de loopgraven der Boeren. Zelfs was het aan eene kleine afdeeling gelukt, den Magersfonteinkop aan de tegenovergestelde zijde te beklimmen, toen daar echter onge lukkigerwijze de eerste granatan van de Engelsche batterijen insloegen,die ze van den heuvel terugdreef. Ten overvloede kreeg onmiddellijk daarop de rechtervleugel een zwak, doch welgericht repeteervuur in de flank (het was Cronjé met zijn staf.) waardoor ook deze afdeeling met achterlating van gevangenen terugweek. Hiermede was het, feitelijk reeds beslist, dat de geheele nach-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 377