894 telijke onderneming der Highlanders op niets was uitgeloopen. Het was nu voldoende licht geworden, om den toestand te kunnen overzien. Geheel door elkander geraakt, hadden de bataljons zich hier en daar op het gevechtsveld neei geworpen. Andere afdeelingen werden meer achterwaarts verzameld. Hiermede kunnen wij het verhaal van het gevecht afbreken- De Highlanderbrigade wist zich tot over twaalf uur staande te houden, maar toen was haar gevechtskracht gebroken. Met steeds grooter wordenden spoed week men terug. De vleugel- afdeelingen der andere brigades, die aan het gevecht hadden deelgenomen, konden zich tot het vallen van de duisternis in hunne stellingen handhaven. Door vermoeienis overmand, zag men hier en daar, zelfs in de gevechtsliniën, manschappen, die met het geweer in den arm in slaap waren gevallen. Methuen was met een verlies van ongeveer 900 man aan dooden en ge wonden teruggeslagen en moest voorloopig afzien van het ontzet van Kimberley. Kunnen wij ons ook ten volle vereenigen met het besluit van den generaal Methuen om door een nachtmarsch de stelling der Boeren te naderen en daarna verrassend aan te grijpen, in do wijze, waarop aan dit besluit uitvoering werd gegeven, lag reeds het mislukken der onderneming opgesloten. Wij vestigen de aandacht op de volgende punten 1». onvoldoende kennis van de opstelling en de groepeering van de tegenpartij; niettegenstaande talrijke beieden troepen, zoowel cavalerie als infanterie, 14 dagen beschikbaar waren, was men geheel in het onzekere, hoever zich de vleugels van de stelling der Boeren uitstrekten. Ook de stelling aan den voet van Magersfonteinkop was niet opgemerkt. Hoewel de luchtballon in het gevecht op den 11 den goede diensten bewees, vinden wij nergens vermeld of ook ge tracht is, daarmede vroeger verkenningen te doen; 2°. de majoor Benson, die de colonne Wauchope geleidde, was de eenige, die voldoende kennis bezat van het te doorloopen terrein. Toch waren de Black Watch den lOden tot dekking der artillerie vooruitgeschoven, doch men had verzuimd sluippatrouilles vooruit te zenden. Was dit gebeurd, dan had er kans bestaan, dat ten minste één dappere en han-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 378