901 Het binnenlandsch bestuur zal voorzorgen dienen te nemen, dat er geen daden of handelingen gepleegd worden door de onderdanen van het Nederlandsche rijk, die in strijd moeten worden geacht te zijn met de positie van een neutralen staat. Aangezien niet overal op de kusten der eilanden ambtenaren van het binnenlandsch bestuur ten minste Europeesche aanwezig zijn, zal de marine ook een gedeelte dezer taak dienen over te nemen. De ueutraliteitsschendingen, die zich speciaal in het hier ver onderstelde geval kunnen voordoen, en waartegen van onze zijde maatregelen getroffen moeten worden, zullen van Japansche zijde vermoedelijk de navolgende zijn. Japansche kruisers of verkenningsschepen (bewapende koopvaardijstoomers) kunnen een onzer havens of baaien aandoen voor het innemen van kolen of het oprichten van een uitkijk (bijv. op de U. lijkste punt van Halmaheira). Moet dit laatste ten allen tijde belet wordeni met het eerste is dit niet zoo, mits er acht op geslagen wordt, dat slechts de strikt noodige hoeveelheid kolen ingenomen wordt. Deze hoeveelheid mag niet grooter zijn dan die benoodigd is, om de dichtstbijzijnde Japansche haven te bereiken, hetgeen de Pescadores zijn. Dit neemt echter niet weg, dat met deze hoeveelheid kolen toch ook het gevechtsterrein bereikt kan worden, daar dit tusschen onze koloniën en Japan in gelegen is. Yan Amerikaansche zijde kan hier echter toch niet tegen ge protesteerd worden. Iets dergelijks deed zich voor in den Japansch- Russischen oorlog, toen de Duitsche regeering niet belette, dat de Russische kruisers „Askold" en „Nowik" ter reede Tsingtau kolen innamen. In geen geval mogen de schepen langer dan 24 uur ter reede verblijven, tenzij zij tot ontwapening overgaan, welke laatste regel ook geldt voor alle Japansche en Amerikaansche oorlogs schepen, die in gehavenden toestand hun toevlucht bij ons komen zoeken. De Nederlandsche schepen, ter reede aanwezig, zullen zich moeten overtuigen, dat die ontwapening geschied is, terwijl daarbij tevens op onze marine de verplichting rust te beletten, dat deze schepen door hun vijand veroverd worden, gelijk dit te Chefoo geschiedde met een der Russische torpedobootjagers. I. M. T. 1907. 64

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 385