903 dat hier twee pantserschepen moeten worden gestationneerd, terwijl twee flottielje vaartuigen daaraan worden toegevoegd voor den kruisdienst ter Noordkust van Celebes. Tusschen laatstgenoemd eiland en het zuidelijkste eiland der Philippijnen Mindanao liggen de ons toebehoorende Sangi- en Talauer eilanden. Deze eilandengroepen zullen vermoedelijk wel steeds Japansche verkenners in het zicht hebben, zoodat een betrekkelijk krachtig schip, bijv. een pantserdekschip, voor de bewaking noodig is. Aangezien dit schip echter niet overal tegelijk kan zijn, en het niet onmogelijk is, dat opgejaagde en vervolgde schepen met contrabande aan boord nog tijdig een dezer eilanden kunnen bereiken, zal elke groep afzonderlijk nog onder toezicht moeten staan van een flottieljevaartuig. In de tweede plaats komt Ternate voor eene krachtige be waking in aanmerking. Wanneer ook hier twee pantserschepen in station komen, zoo kunnen deze schepen zoo noodig tevens hulp verleenen op Ambon, dat met een 14 mijls vaart in 24 uur kan worden bereikt. Het eiland Halmaheira, beoosten Ternate, biedt door zijne eigenaardige vorm en gesteldheid der baaien aan de oorlogvoe rende partijen gelegenheid aan tot het plegen van handelingen, die door een onzijdig rijk niet mogen worden toegestaan. Ach tervolgde schepen zouden 's nachts een schuilplaats in een der diepe baaien kunnen zoekentorpedobootjagers, die bij de Amerikaansche slagvloot behooren, zouden daar een oppertje kunnen zoeken voor kolenladen. Op deze gronden vind ik het dan ook noodzakelijk, dat dit eiland door twee flottielje vaar tuigen bekruist wordt, en steeds aanwezig blijven, d.w.z. voor kolenladen afgelost dienen te worden. Dit aflossen behoeft niet door een reservevaartuig te geschieden, aangezien hiertoe van torpedobooten kan worden gebruik gemaakt, welke torpedoboo ten toegevoegd zijn aan de pantserschepen ter reede Menado en Ternate. De duur dezer aflossing mag in geen geval lang zijn, daar anders de in onze koloniën aanwezige torpedobooten niet daarvoor geschikt geacht mogen worden. Wat het verder te bewaken oostelijk deel van het territoriaal gebied aangaat, dat eene lengte heeft van 800 mijl, zoo is de kans, dat door een der partijen daarvan gebruik gemaakt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 387