559
3e. Ze is te veel berekend op het vormen van generaals, te
weinig op dat van subalterne officieren.
4e. Ze is onnoodig verspreid over de Koninklijke Militaire
Academie, den Hoofdcursus en de Cadettenschool.
II. Be Inrichtingen van Onderwijs.
De m i. meest gewenschte regeling der opleiding is in hoofd
trekken als volgt
le. Be Cadettenschoolde Hoofdcursus en de Militaire School te
Meester Cornells worden opgeheven.
2e. Alle Indische officieren ook die van de Militaire Adminis
tratie)behalve die van den Geneeskundigen dienst en de Magazijn
meesters, worden opgeleid aan eene Indische Academie met vierja
rigen cursuswaarvan 2 jaren in Nederlandgevolgd door 2 in
Indif.
Toelichtingen.
De samensmelting der H. C. en K. M. A., verdient m.i. aan
beveling
a. om hierdoor belangrijke bezuinigingen te verkrijgen
b. om voor alle infanterieofficitren van het Indische leger dezelfde
opleiding te hebben;
c. omdat de practisehe opleiding van een onderofficier bij den
troep niet voldoende is voor den aanstaanden officier;
d. omdat deze samensmelting gunstig op de karaktervorming en
algemeene ontwikkeling zal werken.
Dat men ook in andere legers het verlangen naar nieer eenheid
in de officiersopleiding koestert, moge blijken uit het feit, dat de
rapporteur van de „Chambre des Deputes" in zijn verslag over de
Oorlogsbegrooting van 1907 den wensch heeft uitgedrukt om de
onderofficieren van St. Maixent den lsten October 1907 naar St. Cyr
te doen overgaan, teneinde gemeenschappelijk hunne studiën voort
te zetten met de leerlingen van de ,Ecolo militaire", die na eene een
jarige opleiding bij den troep aldaar aankomen. Volgens „La France
Militaire" No. 6884 zal men daardoor eenen stap nader komen tot
een reeds dertig jaar nagestreefd doel. Ook zullen 250 infanterie-
officieren der reserve eveneens te St. Cyr worden opgeleid.
Toelichtingen.
Bij eene opleiding uitsluitend in Indië zou de aanvulling van