917 -- van het grondwater, worden ingegravenzoo noodig verhoogt men den daarachter liggenden kogelvanger. In lage terreinen zal men den bodem van den waarnemingspost gelijk moeten maken met het maaiveldingraven zal wel niet mogelijk zijn, zoodat de waarnemingspost dan geheel boven den beganen grond uitsteekt en de bovenkant der borstwering, tevens onderkant der doelen, op ongeveer 2.25 M. boven het maaiveld komt te liggen. De richtlijn krijgt hierdoor wel een helling, welke op 100 M. (kortsten afstand waarop gevuurd wordt) echter overeenkomt met een klimmend terrein van een helling 1/4 a 1/5 op 10, derhalve op den kortsten afstand nog 5 a 4 maal onder de grens, als aangegeven in 4 van het Voorschrift tot inrichting van schietterreinen, welke helling bovendien bij vermeerdering van den afstand, waarop geschoten wordt, steeds evenredig en belangrijk minder wordt, zoodat dit wel niet als een praktisch bezwaar behoeft te worden aangemerkt. Neemt men bovendien de gemiddelde horizontale aanslaghoogte van den man in staande houding 1.30 M., in knielende 0.80 M. en in liggende houding 0.35 M., dan wordt bij een niet ingezonken waarnemingspost, waarbij dus het mikpunt op ongeveer 2.30 M. ligt, de helling van de richtlijn op 100 M. respectievelijk voor den staandem knielenden en liggenden schutter 1/100, 1.5/100 en 1.95/100, welke hellingen op grooter afstanden in omgekeerde reden ver minderen, zoodat ook op de schietterreinen, waar ingraven door het grondwater niet mogelijk is, deze waarnemingspost en schijfinrichting aangebracht kan worden. En hoe meer men nu ingraven kan, des te geringer wordt het bezwaar. Mocht het echter met het oog op het achter den kogelvanger gelegen terrein, wèl gevaarlijk zijn het mikpunt te verhoogen of onder een flau we helling te schieten, dan kunnen toch altijd de kogelvanger en tevens de standplaats van den schutter 1 M. verhoogd worden. De gedekte galerij voor de bedieningsmanschappen kan over de geheele breedte van het schietterein doorgetrokken worden als een gemetselden steenen gang, waarvoor en waarop een grond- zoo noodig grint-laag als dekking, waardoor den bedie- ningsmanschappen steeds een zoo goed als absolute veiligheid verzekerd is. Op het schietterrein beschouwd van af de standplaats der I. M. T. 19',7 e3.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 401