923
Behalve deze beide klassen voor de individueele schietoefe
ningen, zou men bijzondere oefeningen in kunnen voeren in
het gevechts- en gezamenlijk schieten.
Deze zouden dan b.v. kunnen zijn
A. Per groep, per man 5 patronen op Romp- Borst- Kop-
valschij venlinie, afstand 150 M., knielend vrije hand.
B. Per groep op Eenman- Romp- Borst- Kopvalschijvenli-
nie op:
400 M. 2 patronen per man, daarna met looppas vooruit tot
300 M. 2 kruipend
250 M. 2
C. Groepenvuur op tweelingbanen.
Voor elke weggeschoten schijf valt een schutter bij de
tegenpartij uit.
Doel: Yalschijvenliniƫn van gelijke sterkte, terugvurend.
Op 400 M. 2 patronen per man, daarna met looppas vooruit tot
300 M. 2 kruipend
200 M. 2
D. Groepenvuur op tweelingbanen, als onder C.
Op 600 M. 2 patronen per man, daarna met looppas vooruit tot
500 M. 2 d )i n
400 M. 2 kruipend
350 M. 2
E. Sectie's gewijze salvovuur.
a. Ie doel: 60 rompvalschijven op 2 gelederen in front.
Afstand600 M. Per man3 patronen.
Houding: naar keuze.
b. 2e doel: 60 rompvalschijven met vieren uit de flank.
Afstand: 600 M. Per man: 3 patronen.
Houding: naar keuze.
Voorts:
F. Individueel gevechtsschieten.
G. Gezamenlijk gevechtsschieten.
H. Vuur op middelbare en groote afstanden, waarbij steeds
zooveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van valschijven,
nu en dan terugvurend
Al deze bijzondere oefeningen kunnen, met uitzondering van
een gedeelte onder G. en H., namelijk die op de uiterste mid-