929 sieren, al dadelijk in alle opzichten voor zijne taak berekend zal zijn; de theoretische kennis zal hem waarschijnlijk niet ontbreken, maar de wijzen van toepassing dier theorie zijn ve le en als men aan zich zelf wordt overgelaten, duurt het jaren» voor men zich een juist oordeel kan vormen over hetgeen in de praktijk het beste voldoet. Wat is nu rationeeler dan dat de compagniescommandant, die eene jarenlange ondervin ding achter den rug heeft, die periode van zoeken voor de hem ter opleiding toevertrouwde ondergeschikten verkort door hen te wijzen hoe naar zijne ervaring de theorie zich het best aan de praktijk behoort aan te passen. Is het verder niet de plicht van den compagniescommandant er tegen te waken dat ave- rechtsche opvattingen als de hierboven geschetste bij zijne on derhebbenden, wortelschieten Ja, duizendmaal ja, dat die opvattingen konden ontstaan is het gevolg van het gebrek aan leiding, waaraan maar al te vaak de minderen worden overgelaten. Hoe ik mij dan eene gezonde toepassing der nieuwe richting denk In de eerste plaats behoort de compagniescommandant zijne onderhebbende officieren in den volsten zin des woords te kennen; hij moet allereerst de overtuiging hebben, dat hunne theore tische kennis niets te wenschen overlaat; voorts behoort hij een juist inzicht te hebben omtrent hunne plichtsopvatting, militaire begrippen en practische bruikbaarheid; hij moet er met klem voor waken, dat geene ongemotiveerde afwijkingen van re glementen plaats vinden hij zorgt er voor, dat bij alle oefeningen, door het onderhouden eener strenge marschdiscipline, een zonder tegenspraak oogenblikkelijk uitvoeren van bevelen, eene behoor lijke discipline worde aangekweekt; elk getheoriseer door min deren bij het uitgeven van bevelen worde streng verboden 1). Eerst wanneer zich bij den compagniescommandant de over tuiging gevestigd heeft, dat zijne luitenants in geen der hier genoemde opzichten te kort schieten, is het te motiveeien hun groote vrijheid te laten bij meerdaagsche en andere oefeningen. 1) Niet te verwarren met de zeer nuttige gedachtenwisseling bij de bespreking na afloop der oefening.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 413