932
bedenkt men verder, dat zooals de toestand thans is, de kapi
tein jongste 3/4, die er in het belang van den dienst een paard
op na houdt, niet alleen geen indemniteit voor fourage geniet,
maar bovendien daarvoor ook nog meer belasting moet betalen,
dan kan het geen verwondering baren, dat niettegenstaande
alle aanmoediging van hoogerhand, zeer tot schade van de
oefeningen, het percent bereden kapiteins nog steeds zeer gering is-
Kan men over het finantieele bezwaar heenstappen en er
toe besluiten elk kapitein, die zich een paard wenscht aan te
schaffen, de eerste maal een voorschot te geven van f 500.—
en aan hen, die in het werkelijke bezit zijn van een door den
korpscommandat goedgekeurd rijdier de gebruikelijke indem
niteit toe te kennen, waardoor inwerking als door mij gewenscht
mogelijk wordt, dan kan het niet uitblijven of het goede stelsel,
thans voor onze oefeningen aangenomen, zal al spoedig op
resultaten kunnen wijzen, die het zwijgen zullen opleggen aan
hen, die nog steeds met leedwezen terugdenken aan den tijd
van de oefeningen in gesloten orde, die zij zeer ten onrechte,
nog steeds blijven beschouwen als het eenig deugdelijke middel
tot het kweeken van tucht.
J. H. I. Le Cocq d'Arhandville.