935
Ten einde tot eene beantwoording van deze vraag te geraken en het
alsdan mogelijk te maken een vaste gedragslijn bij ons optreden in
Nieuw-Guinea te kunnen volgen, werd in den loop van dit jaar een
expioratie-detackemeut ter beschikking gesteld van den assistent-resident
van Z. Nieuw-Guinea, terwijl tevens van particuliere zijdo een weten
schappelijke expeditie onder leiding van Dr. Lokentz uitgerust werd om
te trachten langs de Oetoemboewe-rivier (Midden Z. Nieuw-Gumea) in
de binnenlanden (Suecun gebergte) door te dringen.
Aan het detachement, dat sinds Dec. 1906 op het schiereiland Onin
(W. N. Guinea) ageerde (zie I. M. T. 1907 blz. 109 e.v.) werd in
Maart j. 1. een inl. opnemer toegevoegd, teneinde ook in dat gedeelte van
Nieuw-Guinea meerdere topographische gegevens te verzamelen.
Eenige meerdere bijzonderheden omtrent de verrichtingen van elk
dezer afdeelingen mogen hieronder een plaats vinden.
Maréchaussée-afdeeling ageerende in West Nieuw-Guinea (tot 20 Aug.
1907.)
Den 12en Nov. 1906 was de patrouille onder luitenant van Nispen bij
Men.lo-Waar (zie pi. Ill afl. 2 1907) in de binnenlanden van het
schiereiland Onin overvallen, den 22en d. a. v. was de militaire com
mandant van Amboina met een versterking van één officier en 30
bajonetten te Fak Fak aangekomen, den 2en December debarkeerde ter
zelfder plaatse een detachement maréchaussee onder commando van luit.
R. Vogel ter sterkte van 2 officieren en 4 brigades.
Reeds aanstonds maakte dit detachement een aanvang met de actie
tegen de vijandige stammen, die zich vooral in het stroomgebied van de
O! waarts van Fak Fak gelegen Ajer Besar zouden ophouden, en wer.
kei ijk gelukte het reeds den 2en December om aan de Wodarbaai eenige
versterkingen te overvallen. Al zwemmende trachtten de Halifoeroe te
ontkomen,0 waarbij slechts twee dooden met voorland geweren in onze
handen vielen. De versterkingen, bestaande uit blindeeringen van boom
stammen en zware riviersteenen werden opgeruimd.
Na dien tijd scheen het met de plannen tot verzet van de Alfoeren
gedaan, want wel vond men overal op do wegen z. g. bentengs (feitelijk
slechts open redoutes) aangelegd en bleek de bevolking hare nederzet
tingen te hebben, verlaten, doch toen gedurende een maand gepatrouil
leerd was in het ten Oosten van Fak Fak gelegen gebied, volgde einde
Januari eene volledige onderwerping van de voornaamste hoofden en
stammen, die aan de overvalling der colonne van Nispen hadden deel-
genomen.
De voornaamste hoofdaanleggers van het verzet bleken te zijn geweest
Bearharina van Ilambita Roega Boega en Gemoet-Madi van Goab, terwijl