- 937
de Maccluer golf gelegen Bira- en Sebiaarrivieren (Aug.). Nergens werd
eenig verzet ondervonden, de registratie werd overal voortgezet, met
heerendiensten bestaande uit verbetering der communicatiën werd in de
nabijheid van Fakfak een aanvang gemaakt, terwijl met de inlevering
van geweren werd voortgegaan. Medio Augustus waren reeds 728
vuurwapenen in ons bezit gekomen.
Dekkingsdetachement der Wetenschappelijke Expeditie naar Zuid-Nieuw-
Guinea (tot einde Juli '07).
Was bestraffing in de eerste plaats het doel geweest, waarmede de
maréchaussee-colonne naar het schiereiland Onin gezonden was, de we
tenschap, het verzamelen van gegevens op allerlei gebied, stond op den
voorgrond bij de uitrusting der expeditie, die medio April 1907 onder
leiding van Dr. PI. A. Lorentz naar de mondingen der Oetoemboewe
rivieren vertrok. Aan deze expeditie was een detachement ter sterkte van 40
karabijnen toegevoegd onder commando van den len Luit. der inf. C. Schultz.
Den 17en April van Soerabaja vertrokken, werd den 2en Mei d. a. v-
geankerd in de Oostbaai voor de mondingen van de op de Westkust van
Nieuw-Guinea gelegen Oetoemboewe (Noord-rivier), welke met hare rech
ter zijrivier, de Varenrivier, in de eerste plaats verkend werden.
Bij een eersten tocht kreeg men reeds aanraking met de bevolking,
die geheel naakt gaat en een krachtig ras schijnt. De bewapening be
staat uit een boog met lange pijlen, lansen en speren, alle voorzien van
houten, bamboe of beenen punten, en steenen bijlen.
Vuurwapenen zijn waarschijnlijk niet aanwezig, ijzer bleek, in zoovere op te
maken viel aan de begeerigheid om artikelen daarvan te ruilen, wel bekend.
De bevolking toonde zich ditmaal niet vijandig, eenige dagen later
echter den 7en Mei, toen de verkenning meer landwaarts in werd voort
gezet, versperden ongeveer 20 prauwen met gewapenden den doortocht.
Na een vergeefsche poging om ze met een enkel schot in de lucht schrik
aan te jagen, werd de verkenning voor dien dag gestaakt, om ze den
volgenden dag voort te zetten.
Den lOen Mei werd begonnen met een bivak in te richten op een eiland
Bivakeiland gedoopt, op het punt, tot waar het S. S. Zwaluw, de rivier
opstoomen kon. Plet bivak werd afgesloten met een pagger, waarom
heen aan drie zijden een lichte verhakking was aangebracht, de vierde
zijde was aan een kreek aangeleund.
Per stoomsloep werd van 15 tot 19 Mei de verkenning stroomopwaarts
voortgezet en nieuwe bivakplaatseu uitgezocht, van Weelskamp en Sabang
genoemd, naar eerstgenoemde werden voor 2 maanden vivres opgevoerd.
Daar men meende, dat er zich boven Bivakeiland geen bewoners ophiel
den en men daarenboven de inboorlingen belette zich meer stroomopwaarts