563
mede de Indische cursus der Academie en zoo mogelijk de Indische
voorbereidende cursus op dezelfde plaats (liefst in de Preanger Re
gentschappen) gevestigd te zijnzoodat zooveel mogelijk van hetzelfde
personeeldezelfde gebouwen en inrichtingen kan toorden gebruik
gemaakt. Tevens zou het zeer wenschelijk zijn aldaar ook eene Indi
sche Schietschool op te richten.
III Het doel der opleidingsinrichtingen.
Wat moet het doel zijn van eene opleidingsinrichting voor
officieren
Ie het vormen van zoo goed mogelijke subalterne offiicieren.
2e De leerlingen bij het verlaten der inrichting te doen voor
zien zijn van eene kern van wetenschappen en bekwaamheden,
waardoor zij zich verder door eigen studie en in de praktijk
geleid door hunne chefs en oudere collega's kunnen ontwikkelen
tot goede hoofd- en opperofficieren.
ad le.
Waarvoor moet nu een subaltern infanterieofficier geschikt
zijn? (bijzondere betrekkingen buiten beschouwing gelaten).
A. Voor veldofficier le in den strijd tegen den B. V.
i I- V.
B. Voor leider en opvoeder van zijne ondergeschikten.
C. Voor bestuurder van de inwendige huishouding van eene
compagnie of post.
D. Voor militairen rechter.
E. Voor verschillende andere functies van minder beteekenis.
De geschiktheid voor de sub A t/m C genoemde functies ver-
eischen in het algemeen van den betrokkene:
le gezond verstand
2e dat hij, zoowel door karaktereigenschappen als door (vooral
practische) kennis een zedelijk overwicht op zijne ondergeschik
ten heeft, x) waarvoor o.a. noodig is:
a. het hieronder sub 3 genoemde;
b. menschenkennis;
1) Zie „Hoogeboom en Pop Leerboek der Tactiek enz." Eerste deel (3e druk) bl.
133 en 134.