960 Uitbreiding van het minder personeel zal m. i. zonder voor afgaande opleiding niet mogelijk zijn, terwijl het tekort zeer belangrijk zal wezen. Volgens den Leiddraad Velddienst moeten bij elk bataljon zijn 5 ziekenverplegers, zoodat voor de landweer infanterie minstens noodig zouden zijn 30 verplegers, terwijl voor den landstorm dit getal ongeveer 40 zou wezen. Verder rekening houdende met het ontstaan incompleet bij het leger, de verpleging noodig bij hospitalen, ambulancen enz., vermeen ik het minimum van 100 ziekenverplegers gerust te kunnen eischen. Deze zouden allen te voren geoefend moeten worden, daar eene degelijke opleiding slechts in het belang kan zijn van allen. Het aantal van 100 verplegers zou te verdeelen zijn over de ver schillende garnizoenen, waar landweerpiichtigen zijn. In hoeverre het in het leven roepen van landweer artillerie, cavalerie, genie en geneeskundige dienst van invloed zal zijn op de steikte en het aantal der infanteriebataljons is uit denaard dei zaak bezwaarlijk aan te geven. Hiervoor zou mij bekend moeten zijn, op welke wijze het legercommando zich zou voor stellen van deze belangrijke legerversterking gebruik te maken ten dienste van de verdediging van Java. Voor de oefeningen zou ik de landweerpiichtigen beschikbaar willen stellen de eerste zes werkdagen der maand des middags van 4 5J- uur of des morgens van 6 7* uur, benevens den zevenden werkdag van 6 u V. M. 6 u N. M., van welke tijden echter alleen zooveel gebruik gemaakt zou moeten worden als een behoorlijke oefening zou eischen. Bij de vaststelling der uren op de eerste zes werkdagen zou m. i. rekening gehouden moeten worden met den wensch der meerderheid. De beschikbaarstelling van den zevenden werkdag acht ik noodig met het oog op oefeningen van langeren duur als veld dienst en gevechtsoefeningen op eenigen afstand van het garni zoen, al dan niet met korpsen van het staand leger. Zoolang de landweer voor dergelijke oefeningen nog niet in aanmerking zou komen, zou deze dag voor andere gebruikt kunnen worden. Degenen, voor wie de elementaire oefeningen niet meer noodig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 444