965 leger te dragen doch voorzien van het onderscheidingsteeken voor de landweer. De wapening van de landweer zou gelijk moeten wezen aan die van de tot het staand leger behoorende troepen. Dit zou niet alleen voor de blanke- en handvuurwapenen moeten gelden, doch ook voor het geschut. Het onderhoud zou dienen te ge schieden door daarvoor aan te wijzen personeel, zoodat alleen bij de oefening de wapening in handen van den man zou komen. In geval van oorlog of oorlogsgevaar en zoo noodig bij op stand zou de landweer gemobiliseerd moeten worden op last van don Commandant van het leger, in spoedvereischende ge vallen, onder nadere goedkeuring van deze autoriteit, door de Afdeelings- en gewestelijke militaire commandanten, dan we door de plaatselijke militaire commandanten. Op plaatsen waar geen troepen gelegerd zijn zou m spoec ver- eischende gevallen de landweer door den Commandant gemo 1- liseerd moeten kunnen worden, zoodra het hoofd van gewestelij of plaatselijk bestuur zijne hulp inroept, alsmede bij het ver schijnen of naderen van eene vijandelijke macht. Zoolang de landweer gemobiliseerd is zouden de^ dienstplich tigen betaald en gevoed moeten worden als militairen van ge lijken rang of graad en landaard, tot het staand leger behoorende. In dien tijd zouden de landweerplichtigen onder de militaire wetten moeten vallen. Plaatsen tevens Yolw. Beschikbaar concentratie plaatsen. Eur. bev. mann. bev. v/d. landweer. Padang Medan Makassar Menado Amboina Ban da Neira 1234 549 942 450 733 729 308 137 235 112 183 182 123 45 92 45 72 72 63 I. M. T. 1907.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 449