1001 Hoewel een dergelijk kanon ook in Indië gebezigd en voor gedragen geschut in aanmerking zou kunnen komen, is het vermogen te gering om tegenover veld-artillerie van een B.V- met vrucht aangewend te kunnen worden, terwijl ook schilden ontbreken. Tegenover den I. Y. zou het toepassing kunnen vinden. Wij vreezen echter dat het transport te bezwaarlijk zal zijn en met lichter geschut van 3,7 a 5,7 cM. kaliber zal kunnen wor den volstaan. Bij voldoend resultaat zijn dan aan het tran sport dier laatste vuurmonden veel minder bezwaren ver bonden. Wij gaven dit stuk ook meer om een type geschut te be schrijven, wat bij eventueele landingen van een B. V. in eerste linie verwacht kan worden. Yoor algemeene en ballistische gegevens verwijzen wij naar het aan het slot volgende overzicht. Bergmortieren. Toen door de gestrekte banen der moderne veldkanonnen doelen achter verticale dekkingen niet getroffen konden wor den, deed zich de behoefte gevoelen aan geschut met een meer gekromde baan tot het bestrijden en treffen van die doelen en werd de veldhouwitser in vele legers ingevoerd. In den bergoorlog bleek de gekromde baam der houwitsers voor dat doel nog niet voldoende gekromd te zijn en kwam men er toe naast het bergkanon een bergmortier aan te nemen. Een lichte veldhouwitser voldeed niet tegenover alle in berg- terrein aan te treffen doelen, zware veldhouwitsers waren in dat terrein niet te vervoeren. Yoor den bergmortier werd bijna algemeen aangenomen een kaliber van 12 cM. met een projectiel van 20 KG. Dergelijk geschut is met een bespanning van 4 paarden nog langs kar- rewegen in stelling te brengen. Voor het transport in hooggebergte moet het stuk uiteen te nemen zijn om op sleden vervoerd te kunnen worden. Wat de ballistische eischen aan bergmortieren te stellen betreft, moet het geschut over voorliggende hoogten heen kun nen vuren en sterke horizontale dekkingen kunnen vernielen. Hiertoe zijn sterk gekromde banen en groote invalshoeken noodig. Verder wordt voor het bestrijden van levende doelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 485