1011 hunne meerderen, van oude manschappen. Hoe komen die oude man schappen bij eene recruten-compagnie? Te onzaliger ure zijn een of meer comp van enkele depot-bataljons getransformeerd in subsistenten-comp., zijn volmaakte Subsistenten-Kaders geworden. Zoo ten minste is de toestand bij één der compagniën van het 2de depot-bataljon. Hierdoor wordt een deel van het uitschot van ons leger de enkele goede manschappen niet te na gesproken het dagelijksche gezelschap voor onze jonge recruten. De eenvoudige waar heid, dat slecht gezelschap goede zeden bederft, vindt blijkbaar bij de militaire autoriteiten geen willig oor; of' bestaan er werkelijk zeer ge wichtige redenen, voor mij dan onbekend, om de recruten juist in het begin van hun diensttijd, den tijd, zoo gewichtig voor de zedelijke vor ming van den man, gedurende vier maanden en langer onder den ver- derfelijken invloed te laten van de minstwaardige soldaten? Zou er een groot bezwaar bestaan, tegen het oprichten eener geheel afzonder lijke subsistenten-compagnie? ïfoodig is het voor de recruten web want uit de feiten, waarvoor sommige hunner gestraft moeten wordem blijkt bijna altijd de slechte invloed dergenen, die organiek niet bij de compagnie thuis behooren. E11 die slechte invloed moet niet onderschat worden, waartoe buitenstaanders zich licht zullen laten verleiden. Om den omvang van dit kwaad volkomen te beseffen moet men persoonlijk bij zulk een compagnie gediend hebben, en zich er van overtuigd hebben welke elementen zich bij zulk een recrutt-n- tevens subsistenten-comp. bevinden doch zelfs dan doorziet men nog niet ten volle de heillooze gevolgen, die dit samenwonen dier jonge manschappen met het slechtste gedeelte der ouderen heeft. Volgens A. O. no. 20 van 1899 moeten bij elke comp. van een depot bat. twintig afgerichte manschappen zijn, tot het doen van corveeën. Hiervoor behooren oppassende fuseliers, die minder geschikt zijn voor den velddienst, uitgekozen te worden. Als regel gebeurt dit ook en geven deze manschappen weinig ieden tot klagen. Er zijn evenwel bij de. subsistenten-comp. ook nog andere categorieën, n.l. reconvalescen ten, die gesplitst worden in drie klassen. Deze manschappen zijn vrij van alle diensten, verrichten geen corvee en geen garnizoensdienst. Zij hebben een afzonderlijk dienst-tableau waarvan één of anderhalf uur wandelen de hoofdschotel vormt. Het gros dier manschappen is dank baar als zij niet meer als reconvalescent beschouwd worden, In den regel zijn dit de besten, die spoedig verdwijnen naar een veldbataljon. Een ander gedeelte echter en hun aantal is niet gering -meent met een beetje wandelen en verder niets doen, ruimschoots zijn tractement verdiend te hebben. Zij wenden zwakte, ziekte of' wat al niet meer voor, blijven bij die Subsistenten-comp. hangen, vervelen zich het groot-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 495