1012 ste gedeelte van den dag en daar ledigheid des duivels oorkussen is, kan ieder begrijpen, wat de gevolgen daarvan zijn. Verder komen bij die comp. de op vrije voeten gelaten krijgsraad-ar restanten. Nu is wel is waar niet ieder krijgsraad-arrestant een slecht mensch, een slecht soldaat, het meerendeel echter wel. In den regel kunnen zij het zeer goed vinden met de reconvalescenten, die reeds maan den en maanden bij de comp. zijn en veelal ziet men deze lieden ge zamenlijk drossen, hunne uitrusting verkoopen dan wel zich buiten als op de chambrees bedrinken, hetgeen een prachtig voorbeeld voor de recruten vormt. "Waarom die krijgsraad-arrestanten juist bij eene recruten-comp. tijdelijk worden opgenomen is vrij duister. Voordeelen zijn er m.i. niet aan verbonden, doch wel een groot nadeel n.l. het zedelijk bederf der jonge manschappen. De krijgstucht laat in de laatste jaren in ons leger te wenschen over Zou het indeelen van minderwaardige soldaten, van zedelijk laag staande individuen, bij de recruten-comp. niet één van de vele oorzaken zijn, waardoor de krijgstucht in ons leger verslapt? En indien deze vraag bevestigend beantwoord moet worden, zou het dan geen aanbeveling verdienen de reconvalescenten, de krijgsraad arrestanten op vrije voeten, in één woord, allen, die organiek niet tot de sterkte van zulk een re cruten-comp. behooren, daarvan te weren? Schrikt men terug voor de meerdere uitgaven, die aan het oprichten eener afzonderlijke subsistenten- eomp. verbonden zijn Dit lijkt mij onwaarschijnlijk, want hoog zullen die niet loopen. Trouwens het daaraan bestoede geld zal honderdvoudig rente opbrengen, doordat dan tenminste de zedelijke achteruitgang van de jonge manschappen zeer beperkt wordt en de invloed van kader en officieren op deze laatsten zekerlijk zal toenemen. Een andere reden, die volgens mijne meening, eene goede zedelijke vorming van de recruten zeer bemoeilijkt, is het indeelen van oude soldaten als recruut bij de depot-bataljons. Volgens de boven reeds aangehaalde A.O. zullen manschappen, die bij de Inf. in Indië gediend hebben en na eene afwezigheid van niet langer dan zes maanden op nieuw in Indischen dienst treden, mits bedreven zijnde in de bestaande exercitie-reglementen, niet bij een depot-bataljon ingedeeld worden. Klaarblijkelijk wordt aan deze bepaling de hand niet gehouden, want zoowat bij alle transporten die uit Nederland komen, zijn oude soldaten, die ongeveer drie a vier maanden, soms nog korter, afwezig zijn geweest en die toch als recruut bij een depot-bataljon ingedeeld worden. Als voorbeeld hoe eigenaardig met die bepaling wordt omgesprongen diene het volgende. Een sergeant van het Ind. leger keert naar Nederland

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 496